De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die toeziet op de naleving van de biocidenwetgeving, heeft 2 distributeurs van balsemvloeistoffen een bestuurlijke boete aangezegd. De overtredingen bestonden uit de aanwezigheid van ongeveer 3.000 flessen met niet toegelaten balsemvloeistoffen en het importeren en zelf van etiketten voorzien van de 3 Genelyn-balsemvloeistoffen, die wél zijn toegelaten. Op de etiketten stond het Nederlandse toelatingsnummer en ontbrak essentiële veiligheidsinformatie. “Zo stond er op een product geen gevaarspictogram en ontbraken op alle producten gevarenaanduidingen en voorzorgsmaatregelen”, vertelt woordvoerder Sascha Elzinga. “Onder meer de tekst ‘Kan kanker veroorzaken’ ontbrak.” Zowel het op voorraad hebben als het zelf etiketteren van deze biociden is niet toegestaan.
Einde gedoogperiode door toelating Genelyn
Sinds 2010 is thanatopraxie in Nederland wettelijk toegestaan. “De daarvoor benodigde biociden mogen pas op de markt worden gebracht en gebruikt als het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) of het European Chemicals Agency (ECHA) die stoffen heeft toegelaten”, licht Elzinga toe. “Voor de toelating kijken de organisaties naar de werkzaamheid van het product en naar eventuele risico’s voor mens en milieu.”
Zolang er nog geen toegelaten balsemvloeistoffen waren, werden de middelen gedoogd. Pas in 2024 werden 3 balsemvloeistoffen toegelaten, van het merk Genelyn.
Sinds september 2025 controleert de ILT daadwerkelijk of er inderdaad geen andere middelen worden verkocht, gebruikt of op voorraad zijn. Vóór de handhaving had de ILT contact met het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT), de Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen (BGNU), de Vereniging Toeleveranciers Uitvaartbranche (VTU), NVOA-Vesalius en het Keurmerk Persoonlijke Uitvaart.


