De ombudsman van het Klachteninstituut Uitvaartwezen heeft een klacht behandeld en hierover uitspraak gedaan.
Klacht over te lage korting (2013/52)
De vader van klaagster was 14 dagen na zijn overlijden gevonden en overgebracht naar het uitvaartcentrum. Opbaring was niet mogelijk.
De ondernemer en klaagster hebben de uitvaart besproken; alles is schriftelijk vastgelegd en de kostenbegroting is door opdrachtgeefster getekend.
Later had klaagster de kostenbegroting nog eens zorgvuldig bekeken en de daar omschreven diensten/verstrekkingen van het basistarief vergeleken met hetgeen bij de uitvaart van haar vader zou worden gedaan. Klaagster was van mening dat zij een korting zou moeten krijgen want vader was maar kort in het uitvaartcentrum geweest en rouwbezoek was niet afgesproken.
De ondernemer stelde zich op het standpunt dat het basistarief precies is wat het zegt: nl. een tarief dat bij iedere uitvaart altijd in rekening wordt gebracht. De daarin opgenomen diensten zijn bij de ene uitvaart wat uitgebreider en bij de andere wat beperkter, maar dat vormt geen reden voor korting. Gelet echter op de specifieke omstandigheden was de ondernemer bereid uit coulance een korting te verstrekken. Klaagster vond de korting te gering.
De ombudsman is van mening dat klaagster het opdrachtformulier en begroting heeft ondertekend waarop duidelijk staat aangegeven waarop aanspraak kan worden gemaakt. Recht op een korting kan klaagster niet verlangen. Dat de ondernemer dat uit coulance heeft gedaan is zeker geen reden om meer te verlangen. De klacht is dan ook afgewezen.
De volledige klachten en uitspraken zijn na te lezen op www.klachteninstituutuitvaartwezen.nl.