De ombudsman van het Klachteninstituut Uitvaartwezen heeft weer twee klachten behandeld en hierover uitspraak gedaan. Een klacht gaat over noodzakelijke laatste zorg en de andere klacht betreft onenigheid over wie de opdrachtgever is van de uitvaart.
Klacht 2010-63 gaat over noodzakelijke laatste zorg die niet werd verleend aan een overledene en de rol van het betreffende mortuarium daarbij.
Klacht 2010-86 betreft een broer van een overledene die op volgens hem onjuiste gronden werd gezien als opdrachtgever van de uitvaart. De ombudsman constateert dat er sprake is geweest van dwaling en vernietigt de overeenkomst tussen de broer en de uitvaartondernemer.
De samenvattingen en de volledige uitspraken zijn na te lezen op www.klachteninstituutuitvaartwezen.nl.
© Uitvaart Media – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.