Eind juni is officieel een eind gekomen aan het 37-jarige dienstverband van de heer R.J.M. van der Vlis bij de stichting R.K. Begraafplaatsen te ’s Gravenhage. Van der Vlis kan tevreden terugkijken op een bewogen carrière. Hij heeft de uitvaartbranche gedurende de jaren immers sterk zien veranderen: “Ik laat een financieel gezonde stichting achter voor mijn opvolger. Ik heb in mijn jaren als directeur dan ook belangrijke veranderingen doorgevoerd. Toen ik begon in de jaren zeventig, werd er niet eens koffie geschonken op een begraafplaats en werd een uitvaart nog contant betaald.”
Van der Vlis trad in 1976 in dienst bij de stichting R.K. Begraafplaatsen. De uitvaartsector is volgens hem sinds die tijd vele malen meer servicegericht geworden, doordat de klant assertiever is geworden en meer eisen stelt, maar ook door de groeiende noodzaak om zo efficiënt mogelijk te werk te gaan: “Twintig jaar geleden begonnen wij met de bouw van een rouwcentrum op de begraafplaats. Later kwamen daar steeds meer faciliteiten bij. De kostenbesparingen die voortvloeien uit het kunnen aanbieden van een totaalpakket hebben wel de toekomst. Het is nodig om het hoofd boven water te kunnen houden als stichting. Maar klanten stellen nu ook meer eisen. Vroeger vertelde de uitvaartondernemer gewoon wat er ging gebeuren.”
Van der Vlis heeft vertrouwen in de toekomst van de stichting waar hij 37 jaar van zijn leven aan heeft besteed. Hij is 30 juni officieel met pensioen gegaan, maar in de praktijk is zijn opvolger, de heer Barels, al vanaf 1 maart actief als directeur van de stichting R.K. Begraafplaatsen ‘s Gravenhage: “Op beide door ons beheerde begraafplaatsen zijn over de jaren belangrijke veranderingen doorgevoerd. Op St. Barbara staat nu een nieuwe kapel, maar we hebben ook gezorgd voor degelijk groen op het terrein. Het klinkt misschien als een dooie boel, maar de uitvaartbranche bruist van het leven en ik heb er al die jaren met plezier gewerkt.”