Dit interview is eerder gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, in november 2015
Hester van Hasselt (43) uit Amsterdam werkt als spreker bij uitvaarten. “Als ik tijdens de voordracht familieleden of vrienden knikkend of glunderend zie kijken, weet ik dat ik goed zit.”
Hoe bent u in dit werk terecht gekomen?
“Als actrice had ik veel ervaring met spreken in het openbaar. Toen mijn oudtante van 102 overleed in 2009, vroeg de familie mij namens mijn generatie een toespraak te houden. Tijdens het schrijven van de tekst merkte ik al dat ik het leuk vond, dat het me ontroerde. Een vriendin zei dat ze mensen kende die als professional bij uitvaarten spraken. En zo kwam het dat ik dat werk ook ben gaan doen.”
Wat houdt het werk precies in?
“Mensen vinden mij via hun uitvaartondernemer, of hebben me vaak een keer horen spreken. Ze nodigen me thuis uit en daar hebben we een gesprek van ongeveer anderhalf uur. Ik geef aan hoe lang het gesprek zal duren en dat niet alles op papier zal komen, en dan begint het altijd over het overlijden zelf. Uiteindelijk gaan we terug naar iemands kindertijd. Ik ken de overledene meestal niet, maar het is wel mijn opdracht om de persoon zo goed mogelijk neer te zetten. Als ik tijdens de voordracht familieleden of vrienden knikkend of glunderend zie kijken, weet ik dat ik goed zit.”
Wat voor opleiding heeft u gedaan?
“Bij de Humanistische Uitvaartbegeleiding, van het Humanistisch Verbond, heb ik een opleiding gedaan voor uitvaartspreker. Daarna heb ik er twee jaar als vrijwilliger gewerkt.”
Wat vindt u het moeilijkst aan uw werk?
“In het begin had ik met mezelf afgesproken geen uitvaarten van kinderen te doen. Tot er toch eentje kwam van een jongetje van’ zes, van wie ik de uitvaart heb geleid. Uiteindelijk was het heel mooi, de ouders hadden zijn hele school mee laten doen. Pas toen het voorbij was, kreeg ik zelf tranen in mijn ogen. Ik wist wel dat ik zoiets niet meteen een week later weer zou kunnen. Er is niet echt iets wat ik verder heel moeilijk vind, wel raar af en toe. Zo kwam ik ooit in een huis waar iedereen rookte en waar ontzettend veel kerstversiering hing. Ik voelde mij zo’n keurige dame, uit een heel andere wereld. Opvallend dat mensen dan toch willen dat jij wat over hun geliefde zegt.”
Wat vindt u het mooist aan uw werk?
“Iemand zei ooit na een uitvaart: je weet niet hoeveel licht je komt brengen. Een groot compliment. Ik vind het mooi om met ongelooflijk veel aandacht en bezieling over iemand te schrijven en te spreken en stel alles in het werk om iemands leven in het licht te zetten. Zodat iedereen die aanwezig is echt kan samenzijn rondom diegene. Het is zo fijn als dat lukt.”
Bent u door dit werk anders naar de dood gaan kijken?
“Nee. Wel over hoe ik het wil met mijn eigen uitvaart. Goede akoestiek, en een spreker die stiltes durft te laten vallen, de mensen echt aankijkt en mijn naam noemt.”
Wat moet iemand kunnen, wil hij of zij uw werk doen?
“Je werk heel serieus nemen. En goed luisteren. Je moet van alles wat je hoort een kloppend geheel kunnen maken met een kop en een staart, en dat ook goed kunnen vertellen.”
Als u dit niet deed, wat zou u anders doen?
“Ik doe al heel veel andere dingen naast dit. Lesgeven en schrijven in opdracht. In combinatie met spreken bij uitvaarten zit ik nu helemaal op mijn plek.”
auteur: Tirzah Schnater