Deze week (d.d. 11 december 2017) heeft de minister voor Medische Zorg en Sport Bruno Bruins de eerder dit najaar gestelde vragen van Tweede Kamerlid Joba van den Berg over mortuariumkosten beantwoord.
De CDA-politica stelde de vragen naar aanleiding van een uitzending van televisieprogramma Kassa op 4 november. Hierin gaven nabestaanden herhaaldelijk aan niet transparant te zijn voorgelicht over mortuariumkosten, geconfronteerd te zijn met onverwachte rekeningen en zelfs te zijn gestuurd in hun keus voor een uitvaartondernemer. “Het aanspreekpunt voor nabestaanden is de uitvaartverzorger”, benadrukt Bruins in zijn schrijven aan de Tweede Kamer. “Wanneer nabestaanden een beroep willen doen op bepaalde rechten die zij hebben ten aanzien van informatievoorziening duidelijkheid over kosten, dan dienen zij zich te wenden tot degene met wie zij een overeenkomst hebben gesloten. (…) De kern van de oplossing ligt in goede communicatie tussen de partijen. Het is aan uitvaartondernemers en mortuariumbeheerders om tijdig te communiceren met de nabestaanden zodra die in beeld zijn. Zoals gezegd vind ik het belangrijk dat de uitvaartsector haar verantwoordelijkheid hierin neemt en zij heeft mij laten weten dit op te pakken.”
Zowel branchevereniging BGNU als de Vereniging van Mortuariumbeheerders in de Gezondheidszorg (VMG) zijn bezig met de aanscherping van bestaande werkafspraken, verbetering van de patiëntbrochure in ziekenhuizen en duidelijkere publieksvoorlichting, stelt de BGNU op haar website. Daarnaast wordt er nagegaan of het Keurmerk Uitvaartzorg met objectieve toetsingscriteria voor mortuariumbeheerders kan worden uitgebreid.
Download hier voor de antwoorden van de minister.
© Uitvaartmedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.