Het CBS heeft de balans opgemaakt van de warme zomer van 2003. Een stijging van de temperatuur met één graad leidde tot 25 à 35 meer overledenen per week.
Vandaag maakte het CBS de laatste berekeningen bekend van de effecten van de warme zomer: door de warmte zijn er tussen de duizend en 1400 meer mensen overleden dan normaal. De oversterfte was het hoogst tijdens de hittegolf in augustus, maar ook begin juni en in de tweede helft van juli overleden meer mensen dan normaal. De warmste periode deed zich voor in de eerste helft van augustus. In de veertien dagen tussen 31 juli en 13 augustus bereikte de temperatuur in De Bilt elke dag een niveau van boven de 25 graden en op zeven dagen werd het zelfs warmer dan dertig graden. Normaal ligt de temperatuur in augustus op ruim 22 graden. Zou het in de twee weken van 3 tot en met 16 augustus 22 graden zijn geweest, dan waren vier- à vijfhonderd minder mensen overleden. In heel augustus lag de totale oversterfte tussen 450 en 650.
Ook in de maanden juni en juli steeg de temperatuur regelmatig boven de 22 graden. In juni overleden tussen 250 en 350 meer mensen door de warmte. Vooral begin juni was het warm. In de eerste week van juni wordt de oversterfte geschat op honderd tot 150 meer overledenen dan normaal. In juli was het in de tweede helft van de maand warm. Tussen 13 en 26 juli lag de oversterfte tussen 250 en 350. In geheel juli lag de oversterfte tussen drie- en vierhonderd.
Een stijging van de temperatuur met één graad leidt tot 25 à 35 meer overledenen per week. Bij een flinke stijging van de temperatuur, laat het aantal overledenen na één à twee dagen een stijging zien. Vaak blijft het aantal overledenen daarna nog enkele dagen hoog. De gemiddelde tijdsduur tussen de stijging van de temperatuur en de hoge sterfte bedraagt zo’n drie dagen.
Overname van artikelen of gedeelten van artikelen uitsluitend met bronvermelding!