In de periode 1996-2005 zijn 1064 kinderen (0-15 jaar) overleden aan kanker. Dit komt neer op gemiddeld 106 kinderen per jaar en twee kinderen per week. Kanker is bij kinderen tussen 2 en 12 jaar de belangrijkste doodsoorzaak, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Sterftekans
In de periode 1996–2005 zijn in totaal 15.200 kinderen (0-15 jaar) overleden. Bijna 66 procent van deze sterfte betreft nuljarigen. Zij overlijden vooral door problemen rond de geboorte of aan een aangeboren afwijking. Van de overleden kinderen van 1–15 jaar overlijdt gemiddeld 19 procent aan kanker. Kanker is bij kinderen tussen 2 en 12 jaar de belangrijkste doodsoorzaak. Bij de oudste kinderen (13–15 jaar) zorgen verkeersongevallen voor de grootste sterfte. De sterftekans voor kanker is voor alle leeftijden ongeveer gelijk. Een duidelijke opgaande of neergaande trend in het aantal sterfgevallen per jaar is niet waar te nemen. In de periode 1996–2005 stierven meer jongens dan meisjes aan kanker. De geslachtsverhouding van de kankersterfte bij kinderen is gelijk aan die bij de totale sterfte.
Vooral hersentumoren en leukemie
Hersentumoren en bloedkanker (vooral leukemie) zorgen samen voor meer dan 60 procent van alle kinderkankersterfte. Voor alle levensjaren zijn hersenen en bloed de twee belangrijkste locaties voor dodelijke kanker. Andere dodelijke tumoren komen bij kinderen voor in de endocriene klieren (9 procent), het bindweefsel (6 procent) en de botten (5 procent). Andere dodelijke kankers zijn (non-)Hodgkin of lymfeklierkanker, en kanker aan het urogenitaal stelsel, zoals de blaas en de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. Volgens het Koningin Wilheminafonds krijgen jaarlijks bijna 400 kinderen kanker.
© Uitvaart Media – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.