Dit interview is eerder gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, in januari 2017
Maaike Wit (23) werkt als hoofddraagster in het vrouwenteam van Ferentes uitvaartdiensten. Ze heeft daarnaast onlangs haar master holocaust en genocidestudies gehaald.
‘Op de middelbare school maakte ik een profielwerkstuk dat ging over de middelen die mensen in de achttiende eeuw gebruikten tegen schijndood, of eigenlijk tegen de angst om levend begraven te worden. Een belletje in de kist dat correspondeerde met een belletje boven op het graf bijvoorbeeld, of een spreekbuis waar ze doorheen konden schreeuwen. Toen ik kortgeleden als draagster op De Nieuwe Ooster in Amsterdam werkte, zag ik daar het Uitvaartmuseum en ik besefte ineens: hé, hier ben ik zes jaar geleden ook geweest voor het maken van dat werkstuk. De uitvaart fascineerde me destijds al, en over de oproep op Facebook van Ferentes om lid te worden van het vrouwendragersteam hoefde ik dus niet lang na te denken.
We zijn met vijftien dames, allemaal studerend, en we werken telkens in een groepje van zes aan een uitvaart. Ik ben ‘voorvrouw’ zoals dat heet, één van de hoofddraagsters, en dat betekent dat ik de informatie krijg over de uitvaart en de overledene, die ik vervolgens deel met de anderen onderweg naar de uitvaart. Samen met hen bespreek ik wat we gaan doen en hoe we het gaan doen. Ook geef ik de commando’s tijdens het dragen.
We verschillen van de herenteams door een iets informelere stijl en aanpak. Natuurlijk gaat het bij ons net zo synchroon als bij de mannen, maar we dragen iets minder klassieke kleding, marcheren minder, en geven af en toe een glimlach.Veel mensen vinden dat fijn, merken we. Nu uitvaartondernemers het vrouwenteam beter leren kennen en aan ons wennen, krijgen we ook steeds meer aanvragen.
Met deze bijbaan kom je echt ergens, geen dag is hetzelfde. Het is meer dan achter een kassa of een computer zitten. Kortgeleden was ik bijvoorbeeld voor het eerst op een natuurbegraafplaats. Door een weiland en over de heide liepen we naar het graf. Een prachtige plek. Het geeft me voldoening om bij te dragen aan een mooi afscheid. De eerste keer dragen was natuurlijk spannend, met veel mensen die toekeken.We hadden een training van een week gehad en geoefend met schouderen en de kist bij het graf weer laten zakken. Maar toch, je kunt het maar één keer goed doen. Inmiddels zijn we goed op elkaar ingespeeld.
Doodgaan is normaal, is wat ik heb geleerd als draagster. Het hoort bij het leven. Aan de andere kant: soms zie ik uitvaarten van mensen die de leeftijd van mijn ouders hebben, en hun kinderen die in de stoet lopen. Mijn leeftijdsgenoten. Dat raakt me wel. Nadenken over je eigen dood en hoe je je eigen uitvaart zou willen is bijna onvermijdelijk met deze bijbaan. Ik vind het mooi om te zien hoe bijzonder sommige uitvaarten zijn, zoals op die natuurbegraafplaats, of hoe mensen er hun eigen draai aan geven. Het hoeft niet zo traditioneel.
Ik ben nu klaar met mijn studie en zou het leuk vinden werk te vinden in die richting, maar als ik nog een tijdje in de uitvaart zou werken, vind ik dat ook prima. Het geeft me elke keer weer een goed gevoel.’
auteur: Tirzah Schnater