Dit interview is eerder gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, juni 2015
‘Sommigen hebben een te romantisch beeld van dit vak’ Loes Rooijakkers (45) is docent Uitvaartzorg bij Docendo en werkt daarnaast als uitvaartverzorger.
Hoe bent u in de uitvaartbranche terechtgekomen?
“Ik werkte vanaf mijn 22ste in het ziekenhuis op de afdeling waar kankerpatiënten bloedtransfusies krijgen. Daarna heb ik voor een organisatie gewerkt waarvoor ik ziekenhuis- en bloedbankmedewerkers begeleidde. Vier tot vijf nachten in de week sliep ik in een hotel; een echte carrière. Maar op een gegeven moment wist ik alles van bloed en nauwelijks meer iets van het leven en dacht: ik heb heel lang voor mensen gezorgd voordat ze doodgaan, dan kan ik dat zorgen ook na de dood. Ik heb in 2003 de opleiding bij Meander gedaan en daarna zeven jaar bij Monuta gewerkt als teamleider en uitvaartverzorger. Ik ben in 2005 gevraagd om les te gaan geven. Daarnaast werk ik nog als uitvaartverzorger voor een kleine uitvaartondernemer.”
Hoe ziet uw werk als docent eruit?
“Ik geef uitvaartzorg-gerelateerde vakken als ‘het aannemen van een uitvaart’, ‘de dag van de uitvaart’ en ‘het aannameformulier’ en ook communicatieve trainingen. Door de waas van emoties kunnen nabestaanden informatie soms maar moeilijk verwerken. Het is dus belangrijk dat de uitvaartverzorger goed kan communiceren: bepaalde dingen anders formuleert, soms herhaalt en ook kan aanvoelen wanneer er een vraag achter de vraag zit. Ook train ik ovenisten die steeds vaker rechtstreeks te maken krijgen met nabestaanden die in de ovenruimte afscheid willen nemen. Zij moeten uitleg geven over wat er gaat gebeuren en dat is wel even wat anders dan tijdens een open dag een vraag beantwoorden.”
Wat is het grootste misverstand dat er bestaat over de uitvaartbranche?
“Er zijn mensen die een te romantisch beeld hebben van dit vak. Ze vonden bijvoorbeeld de uitvaartverzorger zo betrokken toen vader overleed en willen daarom zelf ook uitvaartverzorger worden. Maar om zo betrokken te zijn, moet je wel je eigen agenda dicht kunnen klappen. Parttime betekent niet alleen op
maandag, dinsdag en vrijdag. Je kan ook ’s avonds en ’s nachts gebeld worden en dat moeten jij en je gezin wel willen en kunnen.”
Bent u door dit werk anders naar de dood gaan kijken?
“Toen ik met de opleiding tot uitvaartverzorger begon, kreeg ik de opdracht om mijn eigen uitvaart te omschrijven. Ik maakte van mijzelf een Sneeuwwitje, wist precies welke jurk ik aan moest, welke lippenstift en nagellak het moesten zijn. Na al die jaren vind ik dat meer buitenkant geworden en hecht ik meer waarde aan basisrituelen.”
Wat is het mooiste aan uw vak?
“Ik vind de onbevangenheid van de studenten zo mooi. Ze nemen als sponzen alle informatie in zich op, verslinden alles wat er maar te lezen valt en vragen mij van alles. Een van de eerste dingen die ik vraag is: wat denk je dat er niet kan tijdens een uitvaart? Dat schrijven we dan op. Uiteindelijk kunnen we bijna alles doorstrepen, want er is zo veel mogelijk. Het mooie is dat wanneer iemand iets vraagt wat écht niet mogelijk is, bijvoorbeeld twee overledenen in één kist, dan ligt daar vaak een verlangen achter. En daar kan ook een andere oplossing voor gezocht worden.”
auteur: Alexandra Sweers