Het Nationaal Vakexamen Uitvaartzorg (NaVU) begint vorm te krijgen. Dit jaar zullen verscheidene opleiders hun aanbod afstemmen op het theoretisch examen. In 2016 kunnen de eerste theoretische examens worden afgelegd. Het vakdiploma wordt ontwikkeld om de vakbekwaamheid van de uitvaartverzorger te borgen. Het staat open voor iedereen die zich wil bekwamen in het beroep van uitvaartverzorger.
Nabestaanden en andere betrokkenen bij een levenseinde zijn er graag zeker van dat een uitvaart goed wordt geregeld. Ze hechten hierbij veel waarde aan gekwalificeerd personeel. In het voorjaar van 2013 besloten de leden van de Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen (BGNU) dit Nationaal Vakexamen Uitvaartzorg in te voeren. De ontwikkeling en uitvoering hiervan is ondergebracht bij de Stichting Keurmerk Uitvaartzorg (SKU). Uitvaartverzorgers die werken bij een onderneming met het Keurmerk Uitvaartzorg en het vakdiploma hebben, worden opgenomen in het register. Het vakdiploma wordt verplicht voor uitvaartverzorgers die werkzaam zijn bij een onderneming met het Keurmerk Uitvaartzorg.
Het vakexamen bestaat uit een theorie en een praktijkgedeelte. Wanneer je als uitvaartverzorger voor beide onderdelen bent geslaagd, krijg je het diploma.
• Het theoretische deel wordt getoetst middels een examen.
• Het praktische deel is een belangrijk onderdeel van het vakexamen en bestaat uit een uitgebreide stage. Deze stage moet worden gevolgd bij een uitvaartorganisatie die in het bezit is van het Keurmerk Uitvaartzorg. De stage duurt 800 uur, dient binnen 12 maanden te zijn afgerond en wordt professioneel getoetst door het examenbureau aan de hand van het stageverslag.
Overgangsregeling
Voor ervaren uitvaartverzorgers die werkzaam zijn bij een onderneming met het Keurmerk Uitvaartzorg, komt er een overgangsregeling waaraan de nodige eisen zijn verbonden. De uitvaartverzorger moet een positieve beoordeling van zijn of haar leidinggevende kunnen overleggen en moet kunnen aantonen kwalitatief hoogstaand werk af te leveren (geen klachten). Daarnaast moet hij of zij een korte kennisborgingstoets met goed gevolg afleggen of voldoen aan eisen met betrekking tot klanttevredenheid.
De functie ‘uitvaartverzorger’ heeft betrekking op de functionaris die verantwoordelijk is voor het bespreken, begroten, organiseren en/of het (bege)leiden van uitvaartplechtigheden. In de CAO Uitvaartbranche wordt gesproken over de normfuncties uitvaartleider A en uitvaartleider B.
Om de inschrijving in het register te behouden, wordt het verplicht om periodiek deel te nemen aan een programma voor permanente educatie. Momenteel worden de eisen rondom het examen en de permanente educatie verder vorm gegeven. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Stichting Keurmerk Uitvaartzorg.