Dit interview is eerder gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, in april 2016
Jay Gayadin (41) verzorgt met zijn eigen uitvaartcentrum in het hele land Hindoestaanse uitvaarten vanuit Capelle aan den IJssel. ‘Als ze willen dat je blijft eten, doe je dat’.
Hoe ziet uw werkdag eruit?
“Ik doe een aantal uitvaarten per week. Bij een Hindoestaanse uitvaart ben je heel erg betrokken bij de familie. Dat betekent dat ik altijd bereikbaar ben voor ze en dat ik veel bij ze thuis kom. Om de uitvaart en de rituelen te bespreken en de rol van de Pandit, dat is de Hindoestaanse priester. Ik ben vaak ook bij de avonddienst die vooraf gaat aan de uitvaart en waar voorgelezen wordt uit de heilige geschriften. Voor even maak ik deel uit van zo’n familie en ben ik een grote steun voor ze. Tijdens de
uitvaart zelf zorg ik ervoor dat het programma goed verloopt en ik praat alles aan elkaar.”
Wat is kenmerkend voor een hindoe-uitvaart?
“Er zijn twee stromingen in het hindoeïsme: Arya Samaj en Sanatan Dharma. De eerste heeft weinig rituelen en de tweede heeft er heel veel. Vaak zijn er bij uitvaarten mensen van beide stromingen betrokken en dus moet je daar een modus in vinden. Op een gemiddelde uitvaart komen soms wel vijfhonderd mensen. De hele gemeenschap kent elkaar, en ook al heb je iemand maar één keer gezien, toch ga je naar zijn of haar uitvaart. Er zijn maar een paar crematoria in Nederland ingesteld op zo’n groot aantal en ook op de rituelen, zoals de bewassing. Op andere plekken is het improviseren, maar gelukkig begrijpen families dat goed.”
Hoe bent u in deze branche terecht gekomen?
“Tot 2009 werkte ik als filiaalleider in een supermarkt, maar door een reorganisatie raakte ik mijn baan kwijt. Een paar maanden daarna kon ik bij Monuta aan de slag als verzorger. Daar gaf ik aan dat ik wel interesse had in multiculturele uitvaarten, en zo ging ik bij die afdeling aan de slag. Omdat ik zelf Hindoestaans ben, al veel bij familieleden meehielp en daar ook steeds meer verzoeken voor kreeg, besloot ik in 2012 voor mezelf te gaan werken.”
Wat voor opleiding heeft u gedaan?
“Ik heb alles in de praktijk geleerd, maar ik doe wel cursussen om bij te blijven.”
Zijn er dingen die u moeilijk vindt aan uw werk?
“Bij uitvaarten van kinderen zie je zo veel verdriet, dat komt wel binnen. En het is geen baan van veertig uur, ik ben continu bereikbaar voor mijn families en als ze je vragen of je wilt blijven eten, dan doe je dat.”
Wat vindt u het mooiste aan uw werk?
“Het contact met de families, het feit dat je ze door een moeilijke fase heen helpt en dat ze alles met je kunnen bespreken.”
Bent u door dit werk anders naar de dood gaan kijken?
“Ik heb al vroeg kennis gemaakt met de dood. Als het gebeurt, dan gebeurt het. Het is normaal geworden voor me.”
Als u dit niet deed, zou u iets anders willen doen in de uitvaartbranche?
“Niet in deze branche. Ik zou maatschappelijk werker willen zijn. Eigenlijk voel ik me er nu vaak al eentje. De verhalen die je hoort, ongelooflijk. Blijkbaar helpt het mensen om met een relatief vreemde te praten in plaats van met iemand die heel dichtbij staat.”
auteur: Tirzah Schnater