Door Barend van de Kraats
In de advocatuur is de maatschap een veel voorkomende organisatievorm. Twee of meer advocaten die gezamenlijk een onderneming drijven en naar rato delen in het bedrijfsresultaat. Ook bij accountants, tandartsen, architecten en medisch specialisten zien we de maatschap veel terug. In de uitvaartbranche heb ik deze vorm van gezamenlijk ondernemerschap nog nauwelijks waargenomen. Overigens geldt dat ook voor samenwerking in bijvoorbeeld een BV.
Samenwerking met andere zelfstandig ondernemers lijkt een logische stap voor de succesvolle zzp’er die de groei van het bedrijf niet meer kan of wil bolwerken.
In de uitvaartbranche zien we ook wel vormen van samenwerking, maar nog wat voorzichtig. Het gaat dan om het ‘elkaar de bal toespelen’ en het verzorgen van elkaars achtervang. Waarbij een bepaalde alertheid altijd blijft: als de achtervang een uitvaart heeft verzorgd, bij wie wordt er dan in de toekomst aangeklopt als er zich een sterfgeval voordoet in de betreffende sociale kring?
Door nog intensiever samen te werken, zoals bijvoorbeeld in een maatschap of BV, is die alertheid wellicht minder nodig. De omzet blijft immers in het gezamenlijke bedrijf. Toch zullen samenwerkingspartners elkaar altijd scherp willen houden op ieders bijdrage in de omzet. Dikwijls worden er ook omzetdoelstellingen afgesproken. In de advocatuur en accountancy treden ‘partners’ regelmatig uit, niet zelden onder druk van de medevennoten of -aandeelhouders nadat de bijdrage in de omzet van de betreffende partner langere tijd is achtergebleven.
Er zijn de nodige juridische, fiscale en bedrijfseconomische argumenten te noemen om wel of niet binnen een bepaalde juridische entiteit te gaan samenwerken. Maar het belangrijkste argument is misschien nog wel de potentie van samenwerking. Die zit onder andere in het voeren van een gezamenlijke bedrijfsnaam. Hiermee kan namelijk waarde worden opgebouwd, die los staat van de goede naam van de individuele vennoten of aandeelhouders. Zeker als de samenwerking tussen meneer de Boer en mevrouw Jansen anders bekendstaat dan Uitvaartonderneming Jansen & De Boer.
Ik merk dat als ik uitvaartondernemers begeleid bij de verkoop van hun onderneming. Ze hebben een mooi bedrijf opgebouwd, verzorgen voldoende uitvaarten, realiseren een aantrekkelijke omzet en winstgevendheid. Maar … alles hangt wel aan de persoon van de uitvaartondernemer. Zeker als de bedrijfsnaam gelijk is aan de familienaam. Als meneer De Vries zijn Uitvaartonderneming De Vries wil verkopen, eist een koper niet zelden dat meneer De Vries nog wél een aantal jaren aanblijft. Want wat is uitvaartonderneming De Vries zonder meneer De Vries nou eigenlijk helemaal waard? Maar langer aanblijven is misschien niet wat meneer De Vries graag wil.
Het is daarom verstandig onderscheid te maken tussen de ‘personal brand’ en de ‘corporate brand’. Als binnen een samenwerkingsverband is geïnvesteerd in een gezamenlijke merknaam, dan is de persoonsafhankelijkheid veel geringer. Een nieuwe aandeelhouder of vennoot kan dan instappen zonder de vrees dat hij een ‘leeglopende ballon’ koopt. Samenwerken loont dan niet alleen nu, maar ook bij bedrijfsoverdracht in de toekomst.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, april (4/2020).
Barend van de Kraats is Associate partner bij The Alignment House.