‘Kan dat eigenlijk wel op een begraafplaats?’ Die vraag wierp ik op deze plaats op in mijn eerste column. In mijn beleving kan er veel, zolang het past bij de situatie en iets toevoegt aan waardevolle tradities.
Zondag 20 oktober 2018: een van de pleintjes op Rhijnhof is omgetoverd tot een professioneel openluchttheater. Meer dan 100 toeschouwers luisteren geboeid naar Alles Valt. Het gaat over de crash, precies 70 jaar geleden, van KLM vliegtuig ‘De Nijmegen’ in Schotland. Alle 44 inzittenden komen om het leven. Drie van hen worden op Rhijnhof begraven, waaronder Koene Dirk Parmentier, de beroemde piloot van de ‘Uiver’ tijdens de London-Melbourne Race. De vliegramp is in 1948 dagenlang voorpaginanieuws. De nationale rouw van toen is anno 2019 meer dan herkenbaar.
De jonge dramaschrijver Roos Voorhorst kreeg opdracht een monoloog te schrijven over de vliegramp. In Alles Valt herinnert de hoofdrolspeler ons eraan dat het leven zomaar ineens kan eindigen door een onfortuinlijke samenloop van omstandigheden. Daarnaast is hij ‘zichzelf’ en reflecteert hij op zijn eigen sterfelijkheid.
Een beetje eng vond ik het wel, de begraafplaats gebruiken als theaterpodium. Ik herinner me nog goed dat in 2012 een theatervoorstelling op de Algemene Begraafplaats Crooswijk in Rotterdam door de gemeente werd afgelast na hevige protesten van nabestaanden en omwonenden. ‘Een begraafplaats is een plek van stilte, eerbied en respect. Daar past geen theatervoorstelling bij’, aldus een toenmalig raadslid. Tijden veranderen. Op Alles Valt kwam geen enkele negatieve reactie. Ook niet op de herhaling tijdens het Weekend van de Begraafplaats, met als thema: de begraafplaats als plek vol verhalen.
Alles Valt concretiseerde bij uitstek de functie van Rhijnhof als stenen archief van Leiden. Ook hielp het nabestaanden bij hun rouwverwerking, zelfs 70 jaar na dato. Twee aanwezigen verloren op zeer jonge leeftijd hun vader en oom bij de ramp. Zij werden niet op Rhijnhof begraven. Toch kwamen zoon en dochter samen met hun kinderen en kleinkinderen speciaal voor deze voorstelling naar Leiden. Ze beschouwden het als ultiem eerbetoon aan hun omgekomen familieleden. De dood was kennelijk niet helemaal zinloos, want inspiratiebron voor de levenden van nu.
Op de Sint Fredegandus begraafplaats in Antwerpen maakte ik de theaterwandeling Stilstaan mee van de jonge Vlaamse regisseur Immele Bosman, naar het gelijknamige kinderboek van Willy Schuyesmans. Hoofdpersoon is de jong gestorven Eva. Ik volg de dode Eva op haar tocht over de begraafplaats. We komen terecht in een wereld tussen leven en dood, met geluid en stilte, woorden en beelden, wandelen en stilstaan.
De slotwoorden van Eva blijven mij nog lang bij: ‘Mensen moeten mij loslaten … Denken jullie ook af en toe nog eens aan mij. Waar ik ook ben.’ Stilstaan werd georganiseerd door de naast het kerkhof gelegen bibliotheek samen met een lezing van rouwspecialist Manu Keirse en een audiotentoonstelling door studenten van een communicatieopleiding.
Op 21 juni was het weer raak op Rhijnhof. Voor het tiende Midzomeravondconcert brengt een internationale groep studenten van het Koninklijk Conservatorium Den Haag nieuw werk ten gehore op zelfgekozen locaties op de begraafplaats. Tijdens de voorbereiding spreken we over het wezen van een begraafplaats, over rouw, dood en leven. De begraafplaats als podium heeft impact op meerdere fronten. De jonge kunstenaars staan stil bij de dood; ze spreken erover met vrienden en studiegenoten; ze trekken jonge bezoekers. De dood is dan geen taboe meer en iedereen in de uitvaartsector weet hoe belangrijk dat is. Deze jonge mensen reflecteren met hun theater- en muziekstukken op dood en leven, zoals alleen kunstenaars dat kunnen. De begraafplaats als theater is daarom zo gek nog niet.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, september (8/2019).
Nicoline Zemering is directeur van begraafplaats Rhijnhof in Leiden.