Door Barend van de Kraats,
samensteller Stand van de Uitvaartbranche / UitvaartBranchemonitor
Voor wie van cijfers en trends houdt, is de dinsdag een dag om te onthouden. De Kamer van Koophandel komt vrijwel elke week met een nieuwe ‘Data Dinsdag’ waarin steeds een ander onderwerp centraal staat. Zo weten we dankzij de Data Dinsdag dat het aantal oliebollenkramen groeit, het aantal hoedenwinkels nagenoeg gelijk blijft en Nederland steeds meer dj’s telt. Begin dit jaar was de Data Dinsdag gewijd aan de uitvaartbranche en leerden we dat het aantal uitvaartbedrijven in 2020 wederom is gestegen. In 2020 begonnen 204 ondernemers een uitvaartbedrijf, terwijl er 128 stopten.
De uitvaartbranche was altijd al een mkb-markt, maar is in de laatste decennia in toenemende mate getransformeerd tot een zzp-markt. Grote, gespecialiseerde uitvaartverzorgers hebben we in Nederland niet. Dela, Monuta en Yarden combineren immers uitvaartzorg met verzekeren en zijn in de basis meer verzekeraar dan uitvaartverzorger. Hoe komt het dat er in Nederland nooit een landelijke ’standalone’ uitvaartverzorger is ontstaan?
De verklaring lijkt voor de hand te liggen: de uitvaartzorg is maar in beperkte mate schaalbaar. Voor elke uitvaart heb je uiteindelijk een uitvaartbegeleider nodig. Het blijft in de basis mensenwerk. En efficiency door automatisering is tegenwoordig voor iedereen bereikbaar, dus op dit punt is het argument voor schaalvergroting ook veel minder geworden.
Toch zien we dat er in andere landen wél grote uitvaartzorgorganisaties zijn. Vooral in Japan, Australië en de VS zien we prominente voorbeelden. In Australië wordt de markt gedomineerd door twee – zelfs beursgenoteerde – uitvaartzorgorganisaties, InvoCare en Propel Funeral Partners. Onder de tucht van de beurs slagen deze bedrijven erin om winstgevend uitvaarten te verzorgen. Iets waar juist de uitvaartverzekeraars in Nederland zo’n moeite mee lijken te hebben.
Hoe doen deze organisaties dat?
Het Australische InvoCare volgt een gedisciplineerde strategie van ’Protect & Growth’. Dit betekent dat het bedrijf voor de bestaande business steeds kritisch kijkt naar kosten en mogelijkheden om zaken nog efficiënter te doen. En het betekent een even gedisciplineerde groeistrategie: strategische acquisities van ‘funeral homes’ in groeiregio’s, ontwikkelen van nieuwe producten en diensten, en het betreden van nieuwe, aanpalende markten zoals dierencrematies.
Terug naar Nederland. Bij ons geen concentratiebeweging, maar vooral steeds meer kleine bedrijven, zzp’ers in het bijzonder. Maar dan blijft het opvallend dat in de afgelopen decennia uit al die nieuwe toetreders geen echt grote spelers zijn ontstaan. Ligt dat aan de ambitie van de starters, die helemaal geen groot bedrijf wíllen? Of is de uitvaartbranche inderdaad een ‘lokale wedstrijd’ en zijn er derhalve natuurlijke beperkingen aan de groei?
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Australië zien we groei door acquisities hier ook maar mondjesmaat. Er zijn enkele grotere regionale spelers die zich eraan wagen, maar om nu te zeggen dat sprake is van een actieve ‘Protect & Growth’-strategie gaat wat ver. Al met al, er zullen zeer waarschijnlijk nog heel wat jaren volgen waarin we kunnen concluderen: het aantal bedrijven, zzp’ers in het bijzonder, is in de uitvaartbranche opnieuw gestegen.