Door Pauline Baijer
Onlangs had ik contact met de ouders van een kindje dat enkele maanden eerder direct na de bevalling was overleden. De moeder omschreef de gebeurtenissen als traumatisch. Toen ik de vader vroeg hoe hij deze uren van afscheid beleefd had, vertelde hij dat ze op hem minder indruk
hadden gemaakt dan op zijn vrouw. “Weet u, ik ben fotograaf. Ik heb mijn lens ervoor gezet; die vormt direct een professioneel filter met mijn gevoel. Ik dacht voortdurend ‘interessant beeldmateriaal’.”
Ik realiseerde me dat er, toen er onlangs naar mijn eigen verlies-ervaringen geïnformeerd werd, bij mij een vergelijkbaar ‘professioneel filter’ in werking treedt. Als je 62 bent is de dood immers herhaaldelijk je deur gepasseerd. Maar bij al mijn herinneringen raakte ik verstrikt in de beroepsmatige aspecten van de organisatiemodus die ik ten tijde van het verlies had gehad.
Een dierbare vriendin die tijdens een hartstilstand in Griekenland was overleden? Wát een gedoe rondom de repatriëring was dat geweest, waarbij alle formaliteiten die klopten niet leken te kloppen. Mijn liefste tante waarbij de dominante herinnering was dat ze – ondanks de keelstopper – steeds weer bloed verloor en mijn verzorgingsteam haar trui nog een half uur voor mijn familie kwam om afscheid te nemen, voor de zoveelste keer gewassen
had…
Op de vraag wat die verliezen gevoelsmatig met mij hadden gedaan, moest ik het antwoord schuldig blijven. Ze werden gedomineerd door vakkennis. En zo ontstond bij mij de vraag: zijn wij eigenlijk wel in staat om te rouwen in dit vak? Of vormt ons vak een belemmering bij het – emotionele – rouwproces?
Want, laten we eerlijk zijn, ook als we niét betrokken zijn bij de organisatie van een uitvaart, staan we ‘aan’. Zelfs in een voor ons onbekende aula scannen we onbewust naar verbeterpunten voor ons eigen uitvaartcentrum. Analyseren we waarom we de lichtinval als ‘kil’ ervaren, en de kwaliteit van de tonen uit de muziekinstallatie als warm.
Altijd is er de zorg voor anderen: in ons DNA zit immers verweven dat iedereen rondom de uitvaart zich gezien en gehoord moet voelen. Dat kan in ons eigen rouwproces verbinding geven, maar ook vereenzaming. Men verwacht immers dat ‘jij het wel weet’ (en dat is een verleidelijke rol om in te schieten) maar misschien zijn er ook wel momenten waarop wij het even helemaal niet meer weten.
Waarde collega’s, zijn jullie (nog) in staat de focus van je (professionele) hoofd naar je hart te verleggen? Ik vind dat namelijk een uitdaging.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, december (9/2022).
Pauline Baijer verleent funeraire diensten en executele.