Met de nieuwe brochure ‘Handreiking (niet-) natuurlijke dood’ is na lange tijd duidelijkheid gekomen over wat de rol van uitvaartondernemers is als er nog geen lijkschouwing op een overledene is verricht.
De brochure is een initiatief van het Openbaar Ministerie, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst en het Forensisch Medisch Genootschap en is in eerste instantie gericht op artsen en zorgaanbieders. Door flinke inspanning van brancheorganisatie BGNU is er ook een expliciete bepaling over uitvaartondernemers in het document opgenomen, bevestigt Paul Koeslag namens de BGNU.
BGNU-leden werden in de voorbije jaren regelmatig geconfronteerd met incorrecte verwachtingen van personeel van zorginstellingen of nabestaanden bij overlijden op een tijdstip dat er geen lijkschouwingen worden uitgevoerd, licht Koeslag toe: “Als iemand overlijdt tussen elf uur ‘s avonds en zeven uur in de ochtend dan komen artsen niet om te schouwen. Mensen willen dan toch dat de overledene verzorgd wordt, maar dat mag pas na de schouw. Dat kan leiden tot heel onverkwikkelijke situaties, zeker als er nabestaanden bij de discussie betrokken zijn. Stel bijvoorbeeld dat er toch sprake is van een onnatuurlijke dood, dan zou de uitvaartondernemer bewijs verwijderen. Nu staat zwart op wit wat een uitvaartondernemer wel en niet hoeft te doen. Wij zijn daar erg blij mee.”
Het volledige document is via deze link te downloaden.
© UitvaartMedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.