Op vrijdag 22 november 2013 bezocht minister-president Mark Rutte het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta. Op het ereveld werd hij begeleid door de Nederlandse ambassadeur mr. Tjeerd de Zwaan, de Indonesische minister van handel, de heer Gita Wirjawan, en de Indonesische ambassadeur in Nederland, mevrouw Retno Marsudi. De gasten werden op het ereveld ontvangen en begeleid door de directeur van de Oorlogsgravenstichting in Indonesië, de heer Peter Steenmeijer. Tijdens een korte plechtigheid op het ereveld legde premier Rutte namens het Koninkrijk der Nederlanden een krans ter nagedachtenis van de Nederlandse oorlogsslachtoffers die begraven liggen in Indonesië. Op zeven Nederlandse erevelden op Java liggen bijna 25.000 slachtoffers begraven. Militairen en burgers, mannen, vrouwen en kinderen. Na de ceremonie kreeg de premier een rondleiding over het ereveld. Hierbij toonde hij zich getroffen door de wijze waarop de Nederlandse erevelden worden onderhouden. Ook vertelde de heer Rutte over zijn eigen Indische familiegeschiedenis en de band die hij heeft met het land.
De vader van Mark Rutte was in Nederlands-Indië directeur van de handelsonderneming Jacobson Van den Berg & Co. Samen met zijn vrouw en hun drie kinderen woonde hij aan de Tosariweg in Batavia. Door de oorlogsdreiging met Japan werd vader Rutte onder de wapenen geroepen. Hij diende als reserve tweede luitenant infanterie bij het KNIL. Na de Nederlandse capitulatie verdween vader Rutte in een krijgsgevangenenkamp. Moeder Rutte kwam met haar drie kinderen in het kamp Tjideng in Batavia terecht. Daar overleed zij vlak voor de bevrijding op 20 juli 1945. Na de oorlog is zij herbegraven op het Nederlands ereveld Pandu in Bandung. Daar rust zij nu nog. Vader Rutte keerde met hun drie kinderen terug naar Nederland en hertrouwde met een zuster van zijn overleden vrouw. Uit dit huwelijk werd Mark Rutte geboren in 1967. “Mijn vader zette mij op zijn knie en vertelde spannende verhalen. Ik heb daar veel van geleerd. Zijn verhalen behoren nu tot mijn bagage” aldus Mark Rutte. Op deze wijze leerde hij de Indische familiegeschiedenis van zijn vader kennen. Een geschiedenis die hij voor altijd met zich meedraagt. Vanwege het drukke programma was er geen gelegenheid om het graf van de eerste vrouw van zijn vader in Bandung te bezoeken. De Oorlogsgravenstichting heeft er daarom voor gezorgd dat er tijdens zijn bezoek aan Indonesië een bloemetje op graf werd geplaatst. Hiervan zijn foto’s gemaakt die Mark Rutte bij het bezoek aan het ereveld Menteng Pulo zijn aangeboden door Peter Steenmeijer.
De Nederlandse erevelden op Java zijn een stuk Nederlandse geschiedenis in Zuidoost-Azië dat in verhouding tot de oorlog in Europa te weinig aandacht krijgt. Doorgaans wordt alleen gesproken over de oorlogsjaren in Nederland. Slechts voor mensen die direct betrokken zijn geweest bij de gebeurtenissen in Indonesië, is die geschiedenis nog levend. Dit maakt het werk van de Oorlogsgravenstichting extra belangrijk. Ook Nederlands-Indië heeft zwaar geleden onder de Japanse overheersing en de gebeurtenissen daarna. Met het onderhouden van de erevelden in Indonesië zorgt de Oorlogsgravenstichting ervoor dat de nagedachtenis aan de slachtoffers en daarmee dit stuk van onze geschiedenis niet vergeten wordt.
De Oorlogsgravenstichting is na de Tweede Wereldoorlog in het leven geroepen om de graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers aan te leggen, in te richten, te verzorgen en in stand te houden. Wereldwijd onderhoudt de Stichting 50.000 Nederlandse oorlogsgraven, waarvan bijna 25.000 in Indonesië, 13.000 in Nederland en 12.000 in 45 andere landen verspreid over de hele wereld. Ook is de Stichting verantwoordelijk voor 12.000 geallieerde oorlogsgraven in Nederland. Voor de aanleg en het onderhouden van deze oorlogsgraven ontvangt de Oorlogsgravenstichting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een zogeheten doelfinanciering.
Foto’s: Oorlogsgravenstichting