Brancheorganisatie BGNU heeft in de rondetafelgesprekken met ministerieel verkenner voor modernisering van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) Yvonne van Mastrigt gepleit voor wettelijke kaders voor postmortale zorg. Ook in een recent gesprek met het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zou dat onderwerp ingebracht zijn. Dat schrijft BGNU in een nieuwsbericht: ‘Door te werken met geaccrediteerde opleidingen, beroepsregistratie en permanente educatie kan de kwaliteit van postmortale zorg geborgd worden. Naar mening van BGNU zijn dat zaken die niet door de uitvaartbranche zelf geregeld kunnen worden. In de uitvaartbranche is een toenemend aantal personen en ondernemingen werkzaam die door brancheorganisaties zoals BGNU en VMG nauwelijks bereikt worden, en door hen ook niet aan normen gebonden kunnen worden.’
Volgens BGNU is er op dit moment nog teveel onduidelijk over regels en normen bij het uitvoeren van postmortale zorg. ‘De postmortale zorg is een van de eerste dienstverleningen waar nabestaanden na een overlijden mee in aanraking komen,’ schrijft BGNU. ‘Verloopt de verzorging niet zoals zij hadden verwacht, of ziet de overledene er daarna niet uit zoals nabestaanden verwacht hadden, dan kan dat de periode tot de uitvaartplechtigheid en de rouw daarna overschaduwen. In de uitvaartbranche zien we helaas dat nabestaanden kunnen blijven hangen in de pijn die hun dierbare door een slechte verzorging is aangedaan.’
Van Mastrigt is in juni 2020 door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) benoemd als verkenner om in samenspraak met de uitvaartbranche stappen te zetten richting Wlb-vernieuwing. Daartoe zouden in totaal vier rondetafelgesprekken georganiseerd worden. In die context heeft BGNU nu concreet gepleit voor objectieve voorwaarden voor postmortale zorg, om zo aspecten omtrent vakbekwaamheid, een professioneel instrumentarium, een goede werkomgeving en ethiek bij de verzorging van een overledene te regelen.
© UitvaartMedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.