Door Pauline Baijer
Ze zijn van veraf te herkennen: onrustig ijsberende kandidaten bij de entree van het gebouw, in te donkere outfits voor de tijd van het jaar. Ik ben blij dat ik niet in hun schoenen sta: doorgaans zwarte glimmend gepoetste veterschoenen of elegante pumps. Op mijn witte leren gympen passeer ik ze en probeer de spanning te doorbreken: “Als je zo meteen sterft van de zenuwen hebben we pas echt een probleem!”
Er is uitgebreid tijd voor koffie tijdens de briefing van de examinatoren. En ook voor de verschillende visies tussen deze collega’s die uit alle windstreken vroeg zijn vertrokken voor deze examendag. Zo geeft het kledingvoorschrift (‘u dient zich te kleden zoals u tijdens een regelgesprek naar de familie gaat’) – zowel voor kandidaten als examinatoren – regelmatig aanleiding tot discussie. De mannen – meestal in pak met stropdas – vragen zich af of mijn witte gympen niet te casual zijn voor een aannamegesprek. Mijn verweer dat dit een bewuste keuze is, omdat ik zo min mogelijk afstand wil scheppen, krijgt gelukkig bijval van enkele dames. ‘Geen spijkerbroek’, ‘wel gedekt’, ‘niet zwart’ maar ook ‘niet te fleurig’… tot verbijstering van de mannen blijkt de vrouwelijke garderobe een uiterst breed spectrum van nonverbale communicatie te omvatten. Als ook de indeling van de koppels van examinatoren bekend is gemaakt, bewegen wij ons richting examenzaal.
Ik examineer met een collega uit de biblebelt. Een formele heer in driedelig zwart pak. Wat dat betreft zijn we een extreem duo, dat tegelijkertijd een afspiegeling vormt van de grote diversiteit aan uitvaartondernemingen in een klein land. De eerste kandidaat is een jonge vrouw. Aan de hand van een casus toetsen we hoe zij bij een familie zou handelen. Er zijn – in absolute zin – geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden. Het gaat er om welke stappen de kandidaat zou zetten en wat haar overwegingen daarbij zijn. Onze kandidaat is een doortastend type: dat is een uitstekende eigenschap, mits je die zo weet te doseren dat je ruimte laat voor de inbreng en de emoties van de familie.
Na een zorgvuldig overleg wordt van alle te toetsen beoordelingscriteria door mijn collega nauwgezet verslag gedaan met een glanzend zwarte vulpen. Het gaat over ‘attitude’: het subtiele evenwicht tussen ‘niet te afwachtend’ maar ook ‘niet te resoluut’ En hoewel we uit totaal verschillende bedrijven komen, blijkt onze visie verrassend overeen te komen. Als het beoordelingsformulier is ingeleverd bij de examencommissie, praten we nog even door. “Zou jij deze kandidaat aannemen als zij bij jou komt solliciteren?” Terwijl mijn collega zijn vulpen dichtschroeft, antwoordt hij “ik zou het wel willen, maar in mijn regio wordt een vrouw als uitvaartondernemer niet getolereerd. Helaas, maar het is zoals het is .”
Voordat de volgende kandidaat zich meldt, snel ik op mijn witte gympen nog even richting de bar voor twee koppen koffie.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, september (8/2021).
Pauline Baijer verleent funeraire diensten en executele.