Door Barend van de Kraats
In de krant van wakker Nederland verscheen onlangs een opinie van prof. dr. Jan Latten met als kop ‘De erfenis als prooi van collectieve afpakcultuur’. Latten wijst er als vooraanstaand demograaf op dat door de vergrijzing het aantal sterfgevallen jaarlijks toeneemt en daarmee ook het aantal erfenissen. Uit de cijfers blijkt dat in tien jaar tijd het nagelaten vermogen gegroeid is van dertien miljard naar bijna negentien miljard euro. Dit nagelaten vermogen vererft voornamelijk naar de kinderen. Volgens sommigen zorgen deze vermogensoverdrachten echter voor een vermogenskloof bij de jongere generaties.
Als voorbeeld noemt Latten dat de een geld erft en de ander alleen een klokje. De criticasters zien en benadrukken een toenemende bron van ongelijkheid tussen kinderen die wel en die geen erfenis ontvangen. Dit is de reden dat zij de belastingdruk op de nalatenschappen willen laten stijgen.
Ook de fiscaal vriendelijke overdracht van het familiebedrijf ligt onder vuur. In een document dat is opgesteld door ambtenaren van het ministerie van Financiën wordt een beperking van de bedrijfsopvolgingsregeling voorgesteld. Er zijn nu politieke partijen die de vrijstelling in de bedrijfsopvolgingsregeling willen beperken of zelfs afschaffen. Daardoor gaat de ondernemer die via schenking of vererving een bedrijf gaat overnemen meer schenk- of erfbelasting betalen. Het kan daarom zeker raadzaam zijn om meer haast te maken met de bedrijfsoverdracht om nu nog te kunnen profiteren van de bestaande gunstige faciliteiten voor bedrijfsopvolging. Professor Latten stelt vast dat al deze maatregelen een poging zijn om de financiële solidariteit tussen ouders en kinderen tegen te gaan. Hij wijst op het belang van erfenissen als symbool van langdurige verbondenheid binnen families en gezinnen. Hierbij vraagt hij zich hardop af waar hij de aversie tegen overdrachten aan kinderen eerder heeft gezien. Hij wijst naar een ideologie in Oost-Europa waar familiebedrijven werden onteigend en waar de collectiviteit werd nagestreefd. Dit systeem bleek uiteindelijk niet te werken en werd ook na enkele tientallen jaren weer afgeschaft.
De stille motor van onze economie wordt voor het overgrote deel aangedreven door familiebedrijven. Op deze motor moeten wij zuinig zijn. De familiebedrijven zijn gezamenlijk de grootste werkgever van ons land. Bij familiebedrijven is winst maken geen doel, maar middel. Het
bedrijf goed doorgeven aan de volgende generatie staat centraal. Deze bedrijven zijn intrinsiek gemotiveerd om een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij, economie, duurzaamheid en niet te vergeten innovatie. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat als het gaat om innovatie de familiebedrijven over het algemeen beter scoren dan andere bedrijven. Familiebedrijven denken in generaties en niet in kwartalen. Externe aandeelhouders daarentegen denken alleen aan rendement en dividend.
Laten we daarom zuinig zijn op onze familiebedrijven en deze ons niet laten afpakken als prooi voor de verhoging van schenk- en erfbelasting. Hun focus op innovatie, duurzaamheid en continuïteit verdienen dat.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, november (10/2021).
Barend van de Kraats is Associate partner bij The Alignment House.