Door Pauline Baijer
Na een half jaar waarin het televisieaanbod gedomineerd werd door pandemiediscussies en coronacijfers, afgewisseld met feelgoodprogramma’s uit de oude doos, begrepen de omroepbazen dat mensen weer snakken naar een positief en opgewekt televisieseizoen. Dus ging het programma De erfgenaam van start, waarin Ruben Nicolai op zoek gaat naar familieleden die – geheel onwetend – recht zouden hebben op een niet-opgeëiste nalatenschap. Verbaasd en verbijsterd zie ik het aan.
De feiten: als de erfgenamen onbekend/ onvindbaar zijn, wordt het geld waarop zij recht hebben door de overheid bewaard in de consignatiekas, voor en periode van twintig jaar. Wanneer je hier aanspraak op maakt, moet je de nodige bewijsstukken overleggen, zoals een verklaring van erfrecht.
Met slechts een naam en een geboorte en sterfdatum begint Nicolai zijn nogal primitieve speurtocht naar de nabestaanden. Zijn bron- en contactonderzoek is opmerkelijk. Als hij de plaats van overlijden kent, speurt hij op de begraafplaatsen naar een zerk met overeenkomstige belettering.
Hij informeert bij de plaatselijke kroegbaas naar mogelijke kinderen van de overledene. En trekt wit weg bij de mededeling dat het enige kind van de overledene inmiddels óók is overleden. Wát een complicaties in zijn zoektocht! Bij het crematorium wordt terloops geïnformeerd naar de asbus en de
opdrachtgever van de uitvaart.
Je zou verwachten dat de zoektocht begint bij de gemeentelijke basisadministratie en het archief. Bovendien lijkt het logisch in het Centraal Testamentenregister te verifiëren of er überhaupt een testament bestaat, en er niet bij voorbaat van uit te gaan dat het wettelijke erfrecht van kracht is. In één van de afleveringen komt er zowaar een testament in beeld, waarmee alle wetten van de privacy natuurlijk geschonden worden!
Aan het eind van de zoektocht lijkt Nicolai de evenknie van Gaston met de gouden envelop. Met dezelfde bravoure vertelt Nicolai een achterneef van de erflater, die op dat moment leeft van een bijstandsuitkering, dat hij recht heeft op een erfenis van maar liefst 16.000 euro! Een bedrag waarbij je de ogen van de rechthebbende ziet stralen en bijna gedachtelezend zijn dromen van een
eigen autootje of de zo gewenste vakantie meebeleeft. In een ander geval eindigt de zoektocht in Duitsland of vindt hij de erfgenamen in een sloppenwijk in Indonesië.
Tot zover de blijde boodschap. Het resultaat blijft ongewis. De vraag is immers hoe de erfgenaam nu over dit geld kan beschikken. De notaris zal een gedegen en gedocumenteerd onderzoek moeten doen. Deze gaat niet af op informatie van de kroegbaas of een toevallige passant. De erfgenaam zal zijn droom over het felbegeerde autootje uiteen zien spatten. De realiteit is immers dat hij wordt gekort op zijn bijstandsuitkering, zodra blijkt dat hij over eigen vermogen beschikt. Wat mij betreft valt dit programma in de categorie ‘Volksvermaak’, of erger nog: ‘Volksverlakkerij!’
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, november (10/2020).
Pauline Baijer verleent funeraire diensten en executele.