Door Ger Thonen
Zet u schrap, waarde lezer, als u uitvaartverzorger bent. U zou zich aan deze column kunnen ergeren. Ik ga namelijk een deel van uw ambtsgenoten de mantel uitvegen. Al meerdere keren is het mij afgelopen jaar gebeurd dat een uiterst vriendelijke doch mij onbekende vrouw of man zich voorstelt als uitvaartverzorger. Ik stel mij voor als ritueelbegeleider, en vervolgens zegt die uitvaartverzorger: ‘Jullie doen het leukste deel van ons werk. Dus schakel ik jullie niet in, ik doe het veel liever zelf.’
Ik zei dan tot nu toe iets vriendelijks als: ‘Het maakt niet uit of een ritueelbegeleider het doet, of een uitvaartverzorger in de dubbelrol, als het maar goed gebeurt.’ Ik merk dat het nu tijd begint te worden dat ik veel strenger word. Bij deze.
Laat ik de opmerking van de desbetreffende uitvaartverzorger eens fileren.
‘Jullie doen het leukste deel van ons werk.’ Dat is aperte onzin. Je zegt als uitvaartverzorger toch ook niet tegen de kistenmaker of de bloemist: ‘Jullie doen het leukste deel van ons werk?’ ‘Ja, maar dat is ons werk ook niet.’ Nou, om het voor eens en altijd helder te zeggen: wat de ritueelbegeleider doet is NIET het werk van de uitvaartverzorger. Het is een ánder vak, een andere professie.
De opmerking van de uitvaartverzorger bevat overigens wel een waarheid, maar die is eigenlijk net zo fout: ‘Ik vind mijn regelwerk niet zo leuk als dat andere.’ Met andere woorden: wat WEL mijn werk is, vind ik niet leuk, wat NIET mijn werk is, vind ik wel leuk. Dus doe ik dat maar.
Dat is net zoiets als wanneer ik tegen het Rijksmuseum zeg: ‘Ik vind het restaureren van de Nachtwacht leuk, dus ik ga dat doen.’ ‘Maar dan kun je onherstelbare schade aanrichten.’ ‘Och, die toeristen zien dat toch niet, die zijn gauw tevreden.’ Onherstelbare schade desalniettemin. Maar slecht uitgevoerde ritueelbegeleiding richt ook schade aan. We kunnen het niet overdoen als het niet goed of ronduit slecht is. En geloof me, ik heb slecht werk gezien, van uitvaartverzorgers die menen dat ze ook wel eventjes kunnen doen alsof ze ritueel-begeleider zijn.
Ja maar, hoor ik u knarsetandend denken: ik doe ook de dubbel, maar ik doe het wél goed. Tja, dat is nogal wat. Als je écht beide beroepen kunt uitoefenen op het hoogste niveau, dan mag je vanuit de professie ritueelbegeleiding die dubbelrol wel vervullen. Als
je maar doorhebt wat het betekent. Niet iedereen is een Gerardus Majella, de heilige die op twee plaatsen tegelijk kon zijn.
Ik persoonlijk denk dat het niet kan, beide vakken op zo’n niveau uitoefenen. Ik waag mij er niet aan. Tijdens mijn opleidingen had ik aanvankelijk dezelfde redenering als hierboven: ik vind misschien wel allebei leuk, dus ga ik de dubbel doen. Nou, daar schrik ik nu, vijf jaar later, voor terug. Twee echte professies tegelijk op het hoogste niveau uitoefenen? Als ik keurmerken en standaarden naast elkaar leg, is het voor mij niet haalbaar. Theoretisch wel, en zesjes haal ik misschien ook wel. Maar dat vinden we toch te minimaal?
Op papier mag ik het, die dubbel doen, maar ik heb ontdekt dat mijn hart ligt bij ritueelbegeleiding. Dus heb ik mijn hart gevolgd.
Misschien moet die uitvaartverzorger uit het begin zich nog eens achter de oren krabben en de daad bij het woord voegen: als je het werk van ritueelbegeleider zo leuk vindt, stop dan als uitvaartverzorger, ga je bekwamen als ritueelbegeleider en ga dat doen. Beter dan een vak uitoefenen dat je blijkbaar niet leuk vindt.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, april (4/2020).
Ger Thonen is ritueelbegeleider en voorzitter van de Landelijke Beroepsvereniging van Ritueelbegeleiders.