Door Nicoline Zemering
‘Cut’. De drone landt en heeft weer vaste grond die het afgelopen uur zijn geschoten. De Helpende Hand, dienstverlener voor de uitvaartbranche, koos Rhijnhof als locatie voor een promotiefilm van hun dragers. In Leiden rekruteren zij de heren – en sinds kort ook dames – dragers sinds jaar en dag uit de Algemene Leidse Studentenvereniging Quintus. Het begon allemaal in 1992 toen een keurig in pak gestoken Quint na een nacht doorhalen op weg naar huis langs een begraafplaats liep. Er was een uitvaart gaande en de uitvaartleider kwam een drager tekort. Hij haalde de student over om een helpende hand toe te steken. Dat beviel zo goed, dat hij met zijn dispuutsgenoten het Leidsch Studenten Draegers Gilde oprichtte.
En zo is het gekomen, dat menig Leidenaar door een Quint ten grave is en wordt gedragen. De band tussen Rhijnhof en de studentenvereniging is recentelijk nog hechter geworden. De begraafplaats is inmiddels de vaste uitvalsbasis voor de dragers van De Helpende Hand in de regio. Ze hebben in het Theehuis een eigen ruimte om zich om te kleden. Hun pakken hangen in het gelid aan het rek; de hoeden liggen in hun dozen op de plank. Ook de aspirant-Quinten maken tijdens de introductieweken al meteen kennis met de begraafplaats. Van hen wordt een daad van maatschappelijke dienstverlening verwacht en dat doen ze bijvoorbeeld door hier een paar uurtjes te komen schoffelen en bladvegen. We trakteren de studenten tussen het harde werken door op een lekkere lunch samen met onze buitenjongens. De gesprekken aan die tafel zijn legendarisch hilarisch. En zo ontmoeten mensen van heel verschillende achtergronden en leeftijden elkaar op een onwaarschijnlijke plek als een begraafplaats.
Een paar dagen later hebben we een hele dag de bijna dertig man tellende crew van Spangas te gast. Spangas is een dagelijkse jeugdserie over kostschoolscholieren. Een van de belangrijkste karakters is de 17-jarige Sami. Al op jonge leeftijd heeft hij zijn vader verloren en recentelijk is ook zijn moeder overleden. Het is een traumatische ervaring, omdat hij nooit echt afscheid van haar heeft kunnen nemen. Na de begrafenis heeft hij haar graf maandenlang niet durven bezoeken. Onder aanmoediging van zijn vrienden gaan ze op de dag van haar verjaardag uiteindelijk toch naar haar graf. Dat is de scène die op Rhijnhof wordt gefilmd. In het script staat: ‘Bij het graf eten ze samen, hebben ze goede gesprekken en eren ze Sami’s moeder. Een fijne manier voor Sami om te leren omgaan met het verlies van zijn moeder.’ Een aantal van de jonge Spangas-medewerkers zag er behoorlijk tegenop om op een begraafplaats te moeten draaien. Tot nachtmerries aan toe. Aan het einde van de dag was die angst volledig verdwenen. Ze hadden de begraafplaats ervaren als een groene oase, een plek van rust. Ze zagen nabestaanden graven bezoeken, plantjes planten en zerken schoonmaken. Ze lachten om de onnavolgbare humor van onze crew maar zagen een uurtje later diezelfde lolbroeken in hun rol als voorloper bij een begrafenis.
Voor de Quinten en de Spangas-jongeren is een begraafplaats geen onbekende enge plek meer en de dood geen totale vreemde. Dat gun ik iedereen. En de jonge kijkers van de serie zien de begraafplaats in een glansrol. Beter dan het Spangas-script kan ik het zelf niet onder woorden brengen: ‘Zo laten we de kijkers onder andere zien dat een begraafplaats ook een mooie plek kan zijn, waar je zowel verdriet met elkaar kan delen als lol met elkaar kan hebben.’
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, november (10/2021).
Nicoline Zemering is directeur van begraafplaats Rhijnhof in Leiden.