Eerst nog waren sommige uitvaartondernemers sceptisch over een Keurmerk Uitvaartzorg, zagen sommigen het als betutteling. Nu staan de meeste van hen er zo positief tegenover dat ze zelf het bijbehorende certificaat willen behalen. Dit is een belangrijke constatering van Matthijs de Gee die eind vorige week is geïnstalleerd als nieuwe voorzitter van de Stichting Keurmerk Uitvaartzorg (SKU). Hij is daarmee de opvolger van Alois Meij die vanaf de oprichting vier jaar geleden de voorzittershamer heeft gehanteerd. Nadat opnieuw 30 uitvaartondernemers het certificaat overhandigd kregen, maakte De Gee bekend dat inmiddels 196 uitvaartondernemers in Nederland het keurmerk hebben. Samen verzorgen zij 85% van alle uitvaarten in Nederland. 'Steeds meer uitvaartondernemers onderstrepen hiermee dat ze kwaliteit leveren, dat hun totale dienstverlening transparant is en dat zij dat jaarlijks door een objectieve certificeringsinstantie willen laten toetsen. Een prima zaak voor de consument', aldus De Gee.
Matthijs de Gee (52) is directeur van de Associatie Uitvaartverzorging in de Zaanstreek/Waterland. Hij begon 26 jaar, na een studie psychologie, als uitvaartbegeleider bij de Coöperatie PC. Zijn drive om in dit vak te gaan werken omschrijft hij als volgt: 'Ik vind het om te beginnen zinvol werk. Voor mij persoonlijk is het bevredigend om in emotioneel geladen omstandigheden mensen structuur aan te bieden en houvast te geven. Contact met de uitvaartbegeleider is voor nabestaanden vaak de eerste rouwactiviteit die men pleegt. Als je dan in staat bent om de mensen te helpen, actief te adviseren, dan ervaar ik dat als zeer waardevol. En waardevol werk is leuk werk'.
Ver voor zijn benoeming als voorzitter van de SKU schaarde De Gee zich bij sommige van zijn vakgenoten die een keurmerk helemaal niet zo zagen zitten. De Gee: 'Ik hou niet van betutteling en was daar in eerste instantie wel wat angstig voor. Je komt daar echter op terug op het moment dat er een buitenstaander jouw processen onder de loep neemt. Je denkt als ondernemer dat alles wel goed is tot dat moment. Dan blijkt dat er toch nog dingen beter konden en kunnen. Dan blijkt dat er bij de audits geen onzinnige eisen gesteld worden, maar dat er alleen naar relevante zaken wordt gekeken. Naar transparantie, kwaliteit. Dus feitelijk is het me meegevallen en is het zeker geen onzin. '
Keurmerk was noodzaak
De Gee gaat een stapje verder en zegt dat het niet alleen wenselijk was voor de uitvaartbranche dat er een keurmerk kwam, maar zelfs noodzakelijk. 'De uitvaartwereld was niet onbesproken, vooral omdat uitvaartondernemers soms hun zaken niet onder controle hadden. Gevolg daarvan is een ontevreden nabestaande en door gebrekkige dienstverlening negatieve PR voor de hele branche. Het feit dat eind vorige eeuw de vestigingsvoorschriften voor uitvaartondernemers vervallen zijn, draagt aan deze situatie natuurlijk niets positiefs bij. Iedereen die een bord op de muur schroeft kan in feite zo beginnen. Er wordt hier en daar een dienst ingekocht en men noemt zich dan uitvaartondernemer. Ik maak me daar zorgen over. Natuurlijk zijn er goede starters, absoluut. Maar, dit werk is te belangrijk om maar een beetje te kunnen aanrommelen. In dat opzicht is het dus zeer waardevol dat er getoetst wordt op kwaliteit van de totale dienstverlening.'
De Associatie Uitvaartzorg van De Gee zat bij de tweede lichting van bedrijven die het keurmerk hebben behaald. Op de vraag of de afgelopen vier jaar goed benut is om het keurmerk op de kaart te zetten zegt De Gee: 'Ik maak dan onderscheid tussen de plaats die het keurmerk inmiddels heeft verworven in de uitvaartwereld en in de rest van de maatschappij. In de branche staat het er als een organisatie die heel veel deelnemers heeft. De eerste jaren van haar bestaan is er vooral veel gediscussieerd over inhoudelijke zaken en kende het keurmerk voor- en tegenstanders. Maar door de jaren heen is het nut bewezen en zie je toch dat er ieder jaar weer 30 tot 50 ondernemers bij komen die het keurmerk hebben behaald. In dat opzicht is er daadwerkelijk sprake van een groot succes. Ik heb collega's vaak horen zeggen er natuurlijk niet aan te beginnen, maar langzamerhand melden zij zich stuk voor stuk aan. Goed nieuws dus. Aan de andere kant bij de consument, waar we het tenslotte allemaal voor doen, is het nog een ander verhaal. Daar leeft het nog onvoldoende. Ik betwijfel of er al veel nabestaanden zijn die hun keuze voor een uitvaartondernemer laten afhangen van de vraag of deze wel of niet in het bezit is van het keurmerk. Wat dat betreft is er dus missiewerk genoeg.' De Gee is ervan overtuigd dat geen enkele uitvaartondernemer buiten de boot wil vallen als de consument echt gericht gaat kiezen. Zover is het echter nog niet. 'Onbekend maakt onbemind. Steeds meer ondernemers maken op hun site kenbaar dat ze het keurmerk hebben, maar dat is niet voldoende. Mensen kopen gelukkig maar heel zelden een uitvaart, zijn daar dus in hun drukke leven niet mee bezig. Men heeft er waarschijnlijk wel al een keer over gehoord, maar slaat het niet op. Het moet de tijd krijgen en meer als vanzelfsprekend tussen de oren van mensen terecht komen.'
Het is voor De Gee belangrijk dat het imago van de hele uitvaartbranche verbetert. Dat gebeurt volgens zijn zeggen als iedere betrokken ondernemer zijn of haar werk gewoon goed doet. Het keurmerk kan hier ook aan bijdragen en langzaam maar zeker dingen ontwikkelen die er daadwerkelijk toe doen. De Gee: 'We moeten ervoor zorgen dat er steeds meer essentiële dingen in het keurmerk terecht komen. Zoals bijvoorbeeld opleidingen. Het keurmerk werkt nu met een puntensysteem. Wie per jaar minimaal 25 volledige uitvaarten verzorgt, komt in aanmerking voor het keurmerk. Maar dat zegt natuurlijk nog niets over de manier waarop dat gebeurt. Nabestaanden hebben in de huidige tijd heel veel wensen en hebben vaak terecht veel noten op de zang. Dat is niet bepaald gemakkelijk en je moet echt wel iets in huis hebben om aan al die eisen te kunnen voldoen. Ik vergelijk ons vak weleens met dat van een accountant. Die moet vakinhoudelijk jaarlijks een aantal punten halen om als zodanig het werk te kunnen blijven doen. Dat kende de uitvaartbranche tot dusver niet. Het kan niet zo zijn dat wanneer je intern ergens ben opgeleid of ingewerkt, je dat vervolgens de volgende 20 jaar op dezelfde manier kan blijven doen. Daar is dit werk te belangrijk en te ingrijpend voor. Het heeft momenteel mijn aandacht hoe het keurmerk daarbij een rol kan spelen.'
De Stichting Keurmerk is opgericht door de voorgangers van de BGNU (Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen). De Gee: 'Dat is toch bijzonder, een branchevereniging die in haar naam laat blijken extern gecontroleerde en geborgde kwaliteit belangrijk te vinden. Alleen ondernemers die het keurmerk hebben kunnen lid zijn van deze branchevereniging en dat helpt natuurlijk. Het sterftecijfer zal de komende jaren zeker stijgen, dus als branche moeten we daar klaar voor zijn en zeker wildgroei voorkomen. Want daar is de consument uiteindelijk de dupe van. Dat is niet per definitie de rol van de SKU, maar omdat wij bezig zijn met het kwaliteitsniveau kunnen we opleiding en vakkennis daarin meenemen. Als keurmerkhouders moeten we zorgen dat we onze zaken goed op orde hebben, dan krijgt de consument vanzelf door dat het beter is om met een gecertificeerde uitvaartondernemer in zee te gaan.'
© Uitvaart Media – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.