Vanaf 14 april 2015 is de grootste Nederlandse collectie lijkwagens in miniatuur te zien in Museum Tot Zover. De bestaande verzameling is recent enorm uitgebreid en een groot deel van de aanwinsten is opgenomen in de vernieuwde presentatie. Vierenvijftig modellen schitteren in de glazen vitrine. Naast de bekende Duitse en Franse fabrikanten zijn het vooral auto’s van Amerikaanse komaf. Tachtig jaar autogeschiedenis in het zwart.
Al vanaf de opening in 2007 presenteert het Amsterdamse museum over de dood 23 modellen van verzamelaar Bert Spoelder. Deze zijn in de loop der jaren aangevuld met enkele aankopen. Onlangs kreeg het museum een aanzienlijke schenking van de Helmondse verzamelaar Gilbert de Vries. Deze aanwinst bevat 115 modellen van lijkwagens. De mooiste hiervan zijn toegevoegd aan de bestaande presentatie.
De eerste lijkauto’s verschenen in de jaren twintig van de vorige eeuw, maar tot 1950 was het vooral de koets die overledenen vervoerde. De gepresenteerde modellen geven een overzicht van de rijke geschiedenis van het rouwvervoer. Naast bekende auto’s als de Chevrolet BelAir, Cadillac Series 60 Town Car en de Daimler DS420 zijn er ook minder bekende vertegenwoordigd, zoals de Borgward Isabella, de Citroën Rosalie Corbillard, de GAZ Volga 24-03 en de zeldzame Essex lijkwagen. Opmerkelijk is de 2CV met caravan voor de overledene. Modellen van Rolls Royce, Lincoln, Packard, Studebaker en Mercedes ontbreken natuurlijk niet. Ook de Citroën DS waarmee de later heilig verklaarde Pater Pio in 1968 werd begraven is present.
Bezoekers AutoRai gratis toegang
Tijdens de AutoRai 2015 (17-25 april) hebben bezoekers van deze beurs gratis toegang op vertoon van hun entreebewijs. Ook de tentoonstelling ‘De Bedroefde Bolide’, met 220 foto’s uit de honderdjarige geschiedenis van de in rouwvervoer gespecialiseerde Carrosseriefabriek Huiskamp, is nog te zien.
Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover (gevestigd op De Nieuwe Ooster) Kruislaan 124, 1097 GA Amsterdam www.totzover.nl.
Museum Tot Zover krijgt als particulier museum geen overheidssubsidie en is daarom voor een belangrijk deel afhankelijk van sponsors en donateurs. Het museum kan zijn werk doen dankzij de jarenlange ondersteuning van de hoofdsponsors: Monuta, de Facultatieve Groep, Yarden, DELA en De Nieuwe Ooster. Er zijn ook zes sponsors: Bogra, Nuvema, Algemeen Belang, Axent, Vredehof en Myosotis. Voor de financiering van tentoonstellingen doet het museum meestal een beroep op de bekende cultuurfondsen.