De uitvaartbranche gaat met veel inzet, flexibiliteit en professionaliteit om met de nieuwe en onvoorziene situaties en problemen, die de coronacrisis heeft opgeworpen. Die waardering uit minister Raymond Knops (CDA, Binnenlandse Zaken) in een voortgangsbrief aan de Tweede Kamer inzake de modernisering van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). “Ik zie dat de uitvaartsector zich bijzonder inspant om uitvaarten onder deze omstandigheden zowel waardig als verantwoord plaats te laten vinden, zowel voor de nabestaanden als voor de eigen medewerkers.”
De bewindsman schrijft tevens belangrijke stappen te hebben gezet om de Wlb toekomstbestendig te maken en meer ruimte te bieden voor de wensen van overledenen en nabestaanden. Hij stelt evenwel ook: “In deze tijd waarin mensen en de uitvaartsector worstelen met de onzekerheden die het coronavirus met zich meebrengt, acht ik het niet opportuun om alle gesprekken en lopende onderzoeken in het kader van de vernieuwing Wlb onverkort door te zetten. Mijn prioriteit ligt nu bij het bijstaan van de uitvaartsector.”
Zodra het virus weer zoveel mogelijk onder controle is, zet Knops de vervolgonderzoeken en de gesprekken over de modernisering weer met de sector in gang. Indien nodig legt de minister, zodra de situatie weer stabiel is, een nieuwe planning voor aan de Kamer. Vooralsnog houdt hij er rekening mee dat de Gezondheidsraad eind mei zijn rapport publiceert over de toelaatbaarheid van nieuwe vormen van lijkbezorging.
Begraven binnen 24 uur
Uit de brief wordt echter al wel duidelijk welk standpunt Knops – op basis van overleg met de Kamer, de uitvaartsector en brancheorganisaties – op onderstaande vraagstukken gaat innemen.
- De wettelijke termijn van 36 uur waarna men kan begraven vervalt. Hiervoor is dus geen toestemming meer nodig van de burgemeester. Dit betekent echter niet dat in de praktijk binnen 24 uur begraven altijd mogelijk zal zijn, aldus Knops.
- De termijn waarna de asbus kan worden opgehaald, gaat naar veertien kalenderdagen, gelet op wensen overledene, overleg nabestaanden en onomkeerbaarheid indien men kiest voor verstrooiing van de as.
- De lengte van de grafrust van 10 jaar voor een algemeen graf blijft gehandhaafd, omdat het lichaam binnen deze termijn goed kan verteren en wegens hogere kosten van een langere grafrusttermijn
Knops zegt ook nog goede voortgang te hebben geboekt rond verdere kwaliteitsverbetering binnen de branche en digitale nalatenschap. Uit onderzoek blijkt dat consumenten de dienstverlening in de uitvaartsector gemiddeld met het cijfer 8 waarderen; slechts 1 procent is (zeer) ontevreden. Deze uitkomst sterkt de minister om de verdere kwaliteitsverbetering aan de sector zelf over te laten, uiteraard in samenwerking met het departement. Daartoe wil de bewindsman – nadat de coronacrisis voorbij is – een onafhankelijke verkenner aanstellen ‘die de zelfregulering van de branche als geheel moet aanjagen en ondersteunen’.
Digitale nalatenschap is iets dat weinig mensen nog kennen of hebben ervaren, zo heeft volgens Knops een flitspeiling uitgewezen. Maar die toont volgens hem ook aan dat ‘het belang van dit vraagstuk breed wordt onderkend’. Nog dit jaar moet wat de minister betreft een onderzoek worden afgerond met de vragen ‘of in juridische zin de digitale nalatenschap geregeld moet worden en zo ja op welke manier’.
Klik hier voor de volledige Kamerbrief.
Coronavirus en de uitvaartbranche (overzicht)
© UitvaartMedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.