Veraarden neemt onder Nederlanders een steeds belangrijkere plek in als toekomstige mogelijkheid na de dood. Meer dan 3/4 (78%) staat er neutraal of positief tegenover, een kwart (24%) overweegt deze uitvaartvorm en voor 9% heeft deze optie de eerste voorkeur. Het is de conclusie van draagvlakonderzoek naar bestaande en nieuwe vormen van lichaamsbestemming, waarvoor in de afgelopen maand 2.388 respondenten werden ondervraagd. Het onderzoek is gedaan door KiesKompas, in opdracht van Stichting Veraarden en met financiële steun van Triodos Foundation.
“Wij merken al jaren dat er een groeiende beweging is van mensen die natuurlijkere opties willen voor na hun dood, maar we hadden dit nog nooit in cijfers gezien”, aldus Jenneke Haaksma, directeur van Stichting Veraarden. “Dit draagvlakonderzoek geeft belangrijke informatie om veraarden de komende jaren wettelijk mogelijk te maken.”
Veraarden is nu nog niet toegestaan in Nederland, maar wordt steeds bekender (23%) als alternatief voor de vertrouwde opties van cremeren en begraven. Mensen die in de toekomst willen veraarden, noemen vaak als reden dat hun lichaam daarmee weer deel wordt van de kringloop van het leven, en dat ze het een troostrijk idee vinden om terug te keren naar de natuur. Ook wordt verwezen naar de symboliek van stof tot stof. Onder degenen die kiezen voor veraarden leeft vaak (77%) de wens dat de aarde die uit hun lichaam ontstaat, terugkeert naar de natuur, zoals bossen. Voor het legaliseren van veraarden is er vooral nog wetenschappelijk bewijs nodig dat het veilig, duurzaam en waardig is. Minister Rijkaart van Binnenlandse Zaken wil voor dergelijke onderzoeken wel ruimte maken.


