Door Pieter Koster
Prinsjesdag 2019, een dag die met veel rituelen gepaard gaat, bracht een blijde boodschap voor de koopkrachtontwikkeling. Het gaat goed met de economie en dat zien burgers terug in hun portemonnee. Vooral door de hogere heffingskortingen en lagere tarieven in box 1 gaat de gemiddelde Nederlander erop vooruit. Maar wat betekenen de aangekondigde veranderingen voor u als professional
in de uitvaartbranche? Dit keer een aantal maatregelen die voor u van belang kunnen zijn.
Aftrekposten beperkt
In de komende jaren wordt de aftrek van bijvoorbeeld de hypotheekrente, alimentatie, zorgkosten, giften, weekenduitgaven voor gehandicapten alsook de zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling en de meewerkaftrek verder beperkt met 3 procentpunt per
jaar. Dit betekent dat genoemde aftrekposten vanaf 2023 nog maar aftrekbaar zullen zijn tegen een tarief van 37,05 procent.
Aftopping belastingvoordeel zzp’ers
Vergeleken met werknemers betalen zelfstandigen in Nederland relatief weinig belasting. Het kabinet wil dit verschil kleiner maken. Eén van de aftrekposten, de zelfstandigenaftrek, wordt vanaf 2020 in negen jaar tijd verlaagd. Nu bedraagt de zelfstandigenaftrek 7.280 euro. In 2028 is dit 5.000 euro.
AOW-leeftijd stijgt minder snel
In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd de komende jaren minder hard stijgt. In 2020 en 2021 komt deze uit op 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd door naar 67 jaar in 2024.
Vast dienstverband aantrekkelijker
Het wordt in 2020 voor werkgevers aantrekkelijker om iemand in vaste dienst te nemen. De WW-premie bij een vast dienstverband wordt in 2020 naar verwachting 2,94 procent en voor flexibele arbeidskrachten 7,94 procent.
Vrije ruimte werkkostenregeling
De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt per 2020 hoger. Vooral de kleinere werkgevers hebben profijt van deze verhoging van de vrije ruimte. Er komt een tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend als 1,7 procent van de loonsom tot 400.000 euro plus 1,2 procent van de resterende loonsom. De vergoeding voor een ‘Verklaring omtrent gedrag’ (VOG) komt niet meer ten laste van de vrije ruimte.
Invoering forfaitaire bijtelling privégebruik fiets
Met ingang van 1 januari 2020 wordt een forfaitaire bijtelling van 7 procent ingevoerd voor het privégebruik van een tot het ondernemingsvermogen behorende fiets. De bijtelling is dezelfde als in de loonbelasting. Voor een fiets van bijvoorbeeld 2.000 euro geldt dan een jaarlijkse bijtelling van 140 euro. Uitgaande van een gemiddeld marginaal tarief van 42 procent leidt dat tot een belastingheffing van 58 euro per jaar. Ook de bakfiets, de stadsfiets en de zogenoemde speed pedelecs vallen onder deze regeling.
Verhoging tarief overdrachtsbelasting niet-woningen
Het algemene tarief in de overdrachtsbelasting wordt per 1 januari 2021 verhoogd van 6 naar 7 procent. Het algemene tarief zit op de overdracht van niet-woningen, zoals bedrijfsgebouwen. Voor woningen blijft het verlaagde tarief van 2 procent van toepassing.
Bovenstaande opsomming van maatregelen is uiteraard niet uitputtend. Het is echter voor u als werkgever of ondernemer belangrijk kennis te nemen van de maatregelen die het kabinet
voorstelt, zodat u hier tijdig en adequaat op kunt anticiperen.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, november (10/2019).
Pieter Koster is belastingadviseur bij Profinis Accountants & Adviseurs te Urk.