De Belgische deelstaat Vlaanderen begint een proefproject met resomeren. Het eerste systeem voor aquamatie, zoals onze zuiderburen de nieuwe techniek noemen, is vanmorgen voorgesteld in Wilrijk (Antwerpen). Het initiatief is van de Pontes-groep, die in het noorden van België crematoria beheert in Wilrijk, Turnhout en Lommel.
Pontes schrijft met deze stap geschiedenis, concludeert algemeen directeur Tom Wustenberghs. “Dit is het begin van een baanbrekend proefproject, dat samen met wetenschappelijke instanties onderzoekt of aquamatie een volwaardige derde uitvaartmogelijkheid kan worden naast begraven en cremeren.”
Wilrijk wordt volgens hem de plek van een reeks proefaquamaties. De resultaten daarvan worden door een brede groep onderzoekers en experts getoetst. Aan het project werken bijvoorbeeld mee de Katholieke Universiteit Leuven, de Universiteit Antwerpen, het Europees toponderzoekscentrum VITO, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en Aquafin, dat rioolwater zuivert tot het terug de natuur in kan. Het volledige proces van aquamatie wordt getest en verder geoptimaliseerd met behulp van lichamen die aan de wetenschap werden geschonken.
Alles gedetailleerd in kaart gebracht
“De onderzoekers brengen de impact gedetailleerd in kaart: van de medische veiligheid tot de stoffen die na afloop overblijven en de manier waarop de restvloeistof, het residu, op een verantwoorde manier verwerkt kan worden”, aldus Wustenberghs. “We willen alles grondig en wetenschappelijk onderbouwen, voordat aquamatie in Vlaanderen kan worden aangeboden. Het gaat niet alleen om milieuaspecten, maar ook om medische factoren en maatschappelijk draagvlak.” De eerste resultaten van het proefproject worden verwacht in 2026.
Bij de meeting in Wilrijk was vanmorgen ook Hilde Crevits aanwezig. Volgens de Vlaamse minister van onder meer Binnenland is het ‘lang geleden dat er een nieuwe uitvaartvorm is onderzocht’. “De wetenschappelijke resultaten van dit proefproject zijn belangrijk om te bepalen of we in de toekomst de keuzemogelijkheden om afscheid te nemen van een dierbare kunnen uitbreiden met aquamatie. Voor mij is het essentieel dat we dit grondig onderzoeken en dat een aantal voorwaarden ingevuld zijn. Zo moet er zeker een ethisch kader uitgewerkt worden dat garandeert dat deze nieuwe uitvaartvorm verloopt met respect voor het lichaam van de overledene. Ook bij de Hoge Gezondheidsraad heb ik advies opgevraagd. Op basis van alle adviezen en resultaten beslissen we vanuit Vlaanderen of we deze nieuwe uitvaartvorm toelaten in onze regio.”
Sneller voor velen beschikbaar
Als ambassadeur in Nederland van de Britse resomatorbouwer Resomation, die de apparatuur voor de proef heeft geleverd, was Vincent van Leest naar Antwerpen afgereisd. “De start van dit project is een grote stap in de toekomst van resomeren en dus naar nieuwe uitvaarttechnieken voor België én de rest van Europa. Nu Pontes als eerste organisatie op het Europese vasteland daadwerkelijk start met resomeren, verwachten wij dat deze duurzamere uitvaarttechniek sneller voor velen beschikbaar zal komen.” Volgens Van Leest is inmiddels al vanuit Nederland, Duitsland en Frankrijk belangstelling getoond om het proefproces nauwlettend te volgen. “De locatie in Antwerpen is qua organisatie, locatie en nabijheid van universiteiten perfect.”
Hoewel internationaal voor dit procedé meer en meer de term resomatie in zwang raakt, kiest Pontes bewust voor aquamatie. “Dit woord verwijst immers duidelijker naar wat het proces inhoudt”, aldus directeur Wustenberghs. Bij de nieuwe techniek wordt een stoffelijk overschot afgebroken in een afgesloten cilinder, die is gevuld met warm water en kaliumhydroxide. Onder hoge druk en een temperatuur van 150 à 160 graden breekt het lichaam op natuurlijke wijze af. Na vier uur blijft een poreus beendergestel over dat, net als bij crematie, wordt vermalen tot as en kan worden meegegeven aan de nabestaanden. In de Verenigde Staten is de methode inmiddels in meer dan dertig staten toegelaten en ook in Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Ierland wordt ze toegepast. Nederland en het Verenigd Koninkrijk werken inmiddels aan een wettelijk kader.