De staatssecretaris van Financiën heeft de wet over vrijstelling van de omzetbelasting voor lijkbezorgers, crematoria en begraafplaatsexploitanten herzien. In de op 30 december 2016 in de Staatscourant bekendgemaakte wijziging is verduidelijkt dat het vervoer van een overledene in het kader van een uitvaart definitief onder voorwaarden van btw-vrijstelling valt.
Alleen diensten die essentieel zijn voor het uitvoeren van een uitvaart zijn vrijgesteld van btw. Dat zijn onder meer opbaring van de overledene, het dragen van de grafkist of uitvoering van de uitvaartplechtigheid zelf. ‘Dat is ook het geval bij het vervoer van de overledene naar het mortuarium als dat vervoer plaatsvindt door de lijkbezorger die de verzorging en opbaring van het lichaam op zich heeft genomen. (…) Lijkbezorgers die de vrijstelling niet hebben toegepast op het hiervóór bedoelde vervoer van een overledene hoeven de hieraan toe te rekenen btw die in het verleden in aftrek is gebracht niet te corrigeren. De teveel over de vervoersdienst voldane btw komt dan ook niet voor teruggaaf in aanmerking’, schrijft de staatssecretaris in de Staatscourant.
Uitvaartverzorgers die de vrijstelling tot nog toe niet hebben toegepast dienen dit vanaf 1 januari 2017 wel te doen. Bij het herziene besluit zit een bijlage toegevoegd waarin is aangegeven welke prestaties rondom overlijden op welke wijze fiscaal dienen te worden gekwalificeerd. De gehele wetswijziging is hier te downloaden.
© UitvaartMedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.