Door Ger Thonen
Schotten zijn veel slimmer dan Chinezen. Dat bleek uit een IQ-test die zo’n negentig jaar geleden werd gehouden door de Amerikaanse immigratiedienst. Ze wilden weten wat voor volk ze in huis haalden. Hoe het kwam dat de Schotten slimmer waren? De test was in het Engels… Het maakt duidelijk dat het meten van mensen en hun kwaliteiten best lastig is.
De branche waarin wij allen met liefde en grote zorgvuldigheid werken, kent van nature een groot probleem: we hebben geen foutmarge. Elke fout of elke gemiste kans heeft direct zijn weerslag op de rouwende familie. En het zijn soms al heel kleine dingen die een familie kunnen dwarszitten: de acht gaten in deksel en kist passen niet allemaal op elkaar: irritatie bij het sluiten. Het graf op de begraafplaats is niet berekend op de buitenmaatse kist: ergernis tijdens de begrafenis. Er zijn vijf kleinkinderen en ik heb maar vier kaarsen klaargezet: het mooie ritueel is niet meer mooi en door gehannes zelfs geen ritueel meer. (Het is overigens nooit zo fout gegaan, maar het hád gekund.)
We willen, dat blijkt uit publicaties in dit vakblad, allemaal kwaliteit. Bij onszelf, bij de andere professionals met wie we samenwerken. We willen geen cowboys die met verkeerde intenties in onze branche werken en we willen zelfs geen goedbedoelende maar toch ondermaats werkende collega’s. Wij verkeren dan in elkaars goede gezelschap, want dat wil ik ook niet. Ik wil zelf op zo hoog mogelijk niveau werken en ik verwacht van mijn vakgenoten ritueelbegeleiders hetzelfde.
Tot zover gaat alles goed. Nu komt het probleem: kun je regelen dat die kwaliteit er is en hoe regel je dat dan? En hoe maak je dat zichtbaar, zonder dat het een vlag is op een modderschuit?
Wij zijn een relatief kleine maar uitermate zichtbare beroepsgroep in de branche. Dat maakt het denk ik wat makkelijker om voor elkaar te krijgen wat we inmiddels voor elkaar hebben gekregen: de ritueelbegeleiders, onder welke naam ze ook opereren, hebben een beroepsstandaard en sinds 1 september dit jaar hebben we ook een Register.
Er is een procedure in het leven geroepen die de toelating tot dat Register regelt via onafhankelijke instanties (ik mag me er als voorzitter uitdrukkelijk NIET mee bemoeien). We maken daarbij gebruik van de eerder genoemde meetlat, de beroepsstandaard. De daarin beschreven competenties moet je aantoonbaar hebben om het beroep goed te kunnen uitoefenen. En nee, die eisen zijn niet mals, die zijn stevig: breed, veelzijdig en op bachelor-niveau, dus best een hoog niveau.
En de toelating tot het Register? Die kun je niet kopen, al moet je er uiteraard wel voor betalen. Je moet echt in woord en geschrift op basis van kennis, kunde en door praktijkervaring laten zien dat je geen leerling meer bent, dat je zelfs meer bent dan een gezel, namelijk dat je een meester bent in je vak. Ik mocht als eerste door het proces, en ik heb het bepaald niet cadeau gekregen. Dat was peentjes zweten.
Oh, en ik ben natuurlijk nooit uitgestudeerd: ik heb alweer nieuwe studieboeken op mijn werkkamer liggen, en ik ga als ze er weer zijn graag naar events, symposia en workshops. Omdat leren mooi en interessant is. Als ik dat de komende vijf jaar in bescheiden mate gestaag blijf doen, dan blijft mijn registratie geldig. Want ons vak verandert zo snel, vijf jaar stilstand is achteruitgang. Binnenkort is het 2022 en dat is het jaar waarin we veel goede collega’s hopen welkom te heten in het Register. Ik kijk er enorm naar uit!
Was getekend, Ger Thonen RR
(inderdaad, dat staat voor Register Ritueelbegeleider).
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, december (11/2021).
Ger Thonen is ritueelbegeleider en voorzitter van de Landelijke Beroepsvereniging van Ritueelbegeleiders.