Na een periode van voorbereiding gaan het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT) en de Stichting Vakexamens Uitvaartzorg (Stivu) samenwerken op het gebied van examinering en PE-puntensystematiek (Permanente Educatie). De Stivu is een bekend exameninstituut in de uitvaartbranche dat vakexamens afneemt, specifiek voor deze sector. Het NIT is een instituut dat jarenlang vakexamens voor opgeleide kandidaten in de thanatopraxie afnam en heeft besloten de examinering, de administratie van zijn examens en de registratie van de PE-punten te outsourcen.
Met deze samenwerking geeft het NIT vorm aan de opdracht van het ministerie van VWS om het bestaande instituut te versterken als branchebrede en landelijke kwaliteitsbewakende thanatopraxie instelling. Naast het outsourcen van de examens en de administratie is ook in de Stivu de partner gevonden die de PE-puntensystematiek en de registratie voor zijn rekening neemt. In de samenwerking verzorgt de Stivu de gehele uitvoering en de beoordeling van de examinering, de accreditatie van PE-cursussen en de resultatenrapportage hiervan. Het NIT houdt de regie in de diplomering en de inschrijving in het register voor gecertificeerde thanatopracteurs. De route voor een serieuze belangstellende voor de professie van thanatopracteur blijft als voorheen: het volgen van een theorie- en praktijkopleiding met aansluitend de examinering. Die wordt dan vanaf nu door de Stivu afgenomen en bij een positief resultaat volgt een inschrijving in het register bij het NIT. Met het oog op professionalisering en borging van kwaliteit wordt in de toekomst de gecertificeerde thanatopracteurs de mogelijkheid geboden om de vakkennis – middels cursussen waarvoor PE-punten behaald worden – te onderhouden. Zowel de Stivu als het NIT nemen hierin een schot voor de boeg op het moment dat vanuit de branche of de overheid deze PE-puntensystematiek als kwaliteitsnorm wordt opgelegd.