Het was de titel van het symposium, op 3 juni jl. georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT) voor vakmensen in de uitvaartbranche. Mw. ing. I.F.G.A. Scheijgrond, werkzaam als inspecteur bij de vakgroep Biociden van Inspectie Leefomgeving en Transport gaf uitleg over de Nederlandse en Europese biocidenwetgeving en de wijzigingen die van belang zijn voor thanatopraxie.
Samenvattend blijkt dat diverse producten die gebruikt worden in de uitvaartbranche onder deze wet en regelgeving vallen (Nederlandse Wet gewasbescherming en biociden (Wgb) en de Europese Biocidenverordening (BPR)). Van belang is dat deze producten alleen gebruikt mogen worden, wanneer het Ctgb deze heeft toegelaten. Deze producten zijn te herkennen aan het toelatingsnummer op het etiket of te vinden op de site (www.ctgb.nl). De BPR treedt gefaseerd in werking, zij kent een registratieverplichting en termijn voor de werkzame stoffen van een product en daarnaast moet elk product een toelating hebben. Dat kan een Europese toelating zijn of een Nederlandse. De registratie van de werkzame stoffen moet bij het ECHA (European Chemical Agency) in Helsinki gebeuren voor 01-09-2015. Uitgebreide informatie is te vinden op www.nit-online.nl