Door Nicoline Zemering
Een dochter loopt een rondje in de vorm van een hart en verspreidt de as van haar moeder in een dun laagje over het gras. De volgende dag verstrooit een oude man de as van zijn echtgenote. Hij moet behoorlijk wat kracht zetten om de verstrooier te bedienen. Hij is niet erg mobiel en er vormt zich een hoop as aan zijn voeten. Die middag is er nog een verstrooiing. Ik zie de nabestaanden kijken naar de ashoop van die ochtend en naar de lichtgrijze strepen in het gras. Natuurlijk wordt er regelmatig geharkt. Maar dan nog. ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’, om met Cruijff te spreken.
Er is inmiddels een behoorlijke wind opgestoken. Onze medewerker instrueert de nabestaanden, zodat ze geen as op schoenen en kleding krijgen. Last van de wind, die confronterende hopen en slierten as, het speelt op menige verstrooiplek. Op Rhijnhof denken we het ei van Columbus te hebben gevonden om de verstrooi-omstandigheden te verbeteren door de ‘uitvinding’ van de Leidse Verstrooischaal. Een robuuste kolom draagt een brede schaal met in het midden een ruim gat. Nabestaanden kunnen op stahoogte de as in de schaal gieten, rechtstreeks vanuit de asbus. De grote deksel hangt aan de rand en dient als windscherm. Via een spiegelgladde roestvrijstalen binnenbuis verdwijnt de as in een kuiltje in de grond. Op de verstrooischaal zijn Leidse decoraties aangebracht: op het deksel de contouren van het inmiddels beroemde Singelpark en de Leidse Burcht; op de kolom de Leidse Sleutels uit het stadswapen. Voor de van nature chauvinistische ‘Leienaar’ zijn deze decoraties in een oogopslag herkenbaar. Degenen die het tv-programma Typisch Leiden hebben gezien, kunnen zich daar vast en zeker meteen iets bij voorstellen. Menige Leidenaar heeft een trui of jack met Leidse Sleutels erop in de kast hangen. Sommigen hebben het stadsembleem zelfs op hun lichaam laten tatoeëren. Bijna elke Leidenaar wordt begraven of gecremeerd op Rhijnhof.
Met hen moeten we aansluiting blijven zoeken en vinden. Ook voor asbestemmingen. Daarom komt er op Rhijnhof een Leids Hof met centraal Het Sleutelmonument: een historische Leidse lantaarnpaal met daarop de twee Leidse sleutels. De urnengraven zijn ruim, 1 x 1 meter en alle asbestemmingen zijn (gecombineerd) mogelijk, ook een privé asverstrooiing. Last but not least hebben we ook een Leidse Route naar het Leidse Hof. De familie verzamelt zich bij de Goekoopbank bij de ingang van de begraafplaats. De brug is gebouwd ter ere
van en vernoemd naar de nog steeds zeer geliefde oud-burgemeester van Leiden, Cees Goekoop. De medewerker voegt zich bij de groep met de as van de overledene. Gezamenlijk wandelt men over een van de meest imposante bruggen van Leiden, over misschien wel de oudste vijver van Leiden naar het Leidse Hof. Daar staat een vlaggenmast met de Leidse vlag halfstok, als eerbetoon aan de overledene. Hoe Leids kan het zijn? In deze column gebruik ik maar liefst 24 keer het woord Leids of een afgeleide daarvan. Met recht en met trots, want Rhijnhof is er van en voor de Leidenaar. Net zoals elke begraafplaats in elk dorp en in elke stad er is voor de eigen inwoners, die (helaas) voor 70 procent of meer voor een crematie kiezen. Ik raad begraafplaatsbeheerders aan: denk na over (innovatieve) mogelijkheden voor asbestemming, passend bij jouw lokale doelgroep. ‘Jouw’ nabestaanden verdienen dat en bovendien snijdt het mes aan twee kanten, want met begraven alleen red je het niet en verlies je de binding met een groot deel van je dorps- of stadsgenoten.
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, juli/augustus (7/2021).
Nicoline Zemering is directeur van begraafplaats Rhijnhof in Leiden.