Sinds ik directeur ben van Uitvaartstichting Hilversum, ben ik anders gaan kijken naar de dood. En bezie ik de verbinding tussen het leven en de dood op een andere manier. Als ik kijk naar een van mijn begraafplaatsen hier in Hilversum, de Bosdrift, zie ik dat een begraafplaats een plek is van ontmoeting. Een paar weken geleden viel mij op dat iedere dag als ik naar huis ging, rond een uur of zes, soms half zeven, er allemaal jonge mensen op de begraafplaats op elkaar wachtten bij het fietsenrek. Op de derde avond ging ik naar hen toe en vroeg ik: ‘Wat maakt dat jullie hier deze week met zovelen zijn, en iedere keer zo aan het begin van de avond?’ Waarop een van hen zei: ‘Mevrouw, vrijdag is Pieter jarig. Hij zou 22 zijn geworden, en wij komen hem feliciteren.’ Die vrijdag schat ik dat er wel een man of vijftig bij zijn graf kwamen. Met een biertje in de hand. Met een boeket bloemen of een kaarsje. Er werd gelachen en gehuild, er werden herinneringen opgehaald, er werd gezongen op zijn lievelingsmuziek, er werd gedeeld. Ontmoeten, elkaar tegenkomen en in gesprek raken. Het gebeurt op een begraafplaats.
Voor mij was dit ‘ontmoeten’ de aanleiding om een ontmoetingsplek te creëren op deze begraafplaats, een fijne warme plek, hier genaamd de Huiskamer van Springer. Een plek waar mensen 7
dagen per week, 365 dagen per jaar van 10.00 tot 16.00 uur elkaar kunnen ontmoeten. Waar een van mijn 30 vrijwilligers je ontvangt, er voor je is. Met een lekkere kop koffie bij de houtkachel. Een plek om de verjaardag van Pieter te vieren met elkaar. Soms nemen mensen zelf een taartje mee. En zeker een plek om in gesprek te raken. Ondertussen vragen andere beheerders of directeuren van begraafplaatsen mij waarom ik dit zo doe of heb gedaan. Gratis koffie, 365 dagen per jaar open. Hoe financier je dit dan? Welnu, dit vind ik een vraag die past bij kortetermijndenken. Want juist door deze ontmoetingsplek, gerund door vrijwilligers (mijn ambassadeurs), krijg ik heel veel aanvragen van bezoekers, gasten, die een natuurgraf willen uitzoeken. Of een particulier graf. Juist op deze plek wordt het verhaal van de Bosdrift gedeeld. Mijn vrijwilliger neemt familie, vrienden en bekenden mee. Dit samenkomen maakt dat mijn vrijwilligers nu zelf rondleidingen gaan verzorgen, het pand laten zien, de 24-uurs kamer tonen.
Zij zorgen voor een beweging en deze beweging zorgt voor business. In twee jaar tijd hebben we op deze begraafplaats veel meer graven verkocht dan voorheen. Dat ik veel meer bezoekers heb
en natuurgraven verkoop zorgt dus voor extra inkomsten. Heb je ook zo’n mooie plek, of een unieke ruimte ergens op je begraafplaats, overweeg eens om er een Huiskamer van te maken. En te gaan werken met vrijwilligers. Wil je meer weten, bel me gerust. Ook ik ben van het ontmoeten, en dus ben jij ook hier van harte welkom! Een begraafplaats beter rendabel maken betekent
veel aandacht, liefde en zorg geven. Aan de plek, aan de bezoeker.En uiteindelijk ‘leeft zo’n plek weer’. Dat is wat wij hier hebben gedaan: ‘het leven teruggeven aan de Bosdrift’. Ik heb er een boekje van gemaakt.
Zoals de moeder van een dochter die bij ons begraven is zegt: ‘Het is voor mij de plek waar ik even kan landen. En waar ik even op adem kan komen. Een soort van brug tussen het leven hierbuiten en het afgebroken leven van mijn dochter.’ In deze Huiskamer van Springer wordt ook door ouders onderling geregeld dat bij vakantie iemand anders even naar hun dochter omkijkt. En dat het graf er netjes bij blijft liggen. Een sociale functie die verder gaat dan het leven zelf. We zorgen voor elkaar en elkaars dierbaren, hier op de Bosdrift.
Laten we elkaar ook na de dood vooral blijven ontmoeten!
Deze column werd gepubliceerd in Vakblad Uitvaart, mei/juni (3/2023).
Anita van Loon is directeur van Uitvaartstichting Hilversum.