De eisen voor het Nationaal Vakexamen Uitvaartzorg zijn bekend. Zowel het theoretisch gedeelte als het praktijkgedeelte zijn uitgewerkt en in te zien via de website www.navu.nl. Voor ervaren uitvaartverzorgers is er een overgangsregeling. Daarbij kan gekozen worden voor een kennisborgingstoets. De informatie hierover staat eveneens online.
Het vakexamen is zodanig ingericht dat iedereen – werkzaam als uitvaartverzorger of niet, werkzaam bij een Keurmerkonderneming of niet – toegang heeft tot de drie hoofdelementen van het NaVU: het theoretisch examen, de praktijkstage en het programma voor permanente educatie.
De Stichting Keurmerk Uitvaartzorg heeft besloten dat in beginsel elke uitvaartorganisatie de mogelijkheid moet krijgen om stages te faciliteren, ongeacht of de organisatie het Keurmerk heeft. Ondernemingen kunnen zich kwalificeren als leerbedrijf. De eisen waaraan leerbedrijven moeten voldoen, worden nog nader vastgesteld. Om recht te doen aan het nationale karakter van het NaVU zal het bestuur van de Stichting NaVU binnen afzienbare tijd worden uitgebreid met vertegenwoordigers van enkele belanghebbende organisaties.
Register
De ontwikkeling van het Nationaal Vakexamen en het hieraan gekoppelde register volgen uit één van de zes zekerheden van het Keurmerk Uitvaartzorg: bekwaam personeel. Volgens de leden van BGNU en SKU kunnen de eisen die gesteld worden aan de individuele werknemer niet los gezien worden van de kwaliteitseisen die aan een uitvaartonderneming worden gesteld. Daarom is de opname in het register gekoppeld aan het werken bij een keurmerkorganisatie. De introductie van de titel RU is een voor nabestaanden zichtbare uitwerking van deze koppeling: er wordt duidelijkheid verschaft aan de consument dat men te maken heeft met een uitvaartverzorger die is opgenomen in het register.
Kijkt u hier indien u meer informatie wenst over de NaVU.
Voor een toelichting kunt u via het secretariaat van de SKU contact opnemen met Ton Claassen (voorzitter stuurgroep NaVU) of Matthijs de Gee (voorzitter SKU).