Door Anja van Wingerden-Sontag (adviseert en ondersteunt ondernemers in de uitvaartbranche)
Het is zomer. De zomer vraagt om flexibiliteit, veerkracht én overdenking. De zon schijnt, koffers worden van zolder gehaald, collega’s verdwijnen richting Japan, Toscane, Texel of in een tentje op de camping-bij-de-boer. Je hebt zorgvuldig een autoreis uitgestippeld, een vakantiehuisje geboekt op passende reisafstand van je werkgebied. Klaar voor even rust, maar toch bereikbaar dankzij een doorgeschakelde telefoon en de hotspot.
De vakantieperiode is begonnen. Heerlijk natuurlijk, voor wie vrij is. En echt vrij kan zijn. Maar de dood, dat weten we allemaal, houdt zich niet aan een seizoensplanning. Uitvaartbedrijven zijn nooit zoals de lokale bakkerij of visboer, wegens vakantie gesloten.
De zomervraag is dus ieder jaar dezelfde: hoe regel je vervanging zonder dat de kwaliteit die jouw bedrijf voorstaat eronder lijdt? Ingewerkte oproepkrachten zijn goud waard, maar hoe hou je die vast als je geen werk voor ze hebt? En durf je jouw meldingen volledig over te dragen aan je collega-concurrent met wie je leuk samenwerkt, maar die soms zaken net even iets anders aanpakt dan je zou willen? Jij bent het bedrijf, ook als je in een bootje dobbert op de Middellandse Zee. Echt onbereikbaar zijn vraagt lef. Stel dat je die moed hebt en uit de nog altijd groter wordende pool van zelfstandigen of uitvaart- uitzendbureaus Kees hebt weten te vissen als jouw ultieme vakantiekracht. Kees werkt voor meerdere uitvaartorganisaties. Soms op basis van een tijdelijk contract, soms als zzp’er.
Echt onbereikbaar zijn vraagt lef
Op een ochtend lig je heerlijk te soezen aan de rand van een zwembad. Je dommelt weg als je werktelefoon overgaat:
‘Goedemorgen, met Fritsen, Belastingdienst Oost. Ik ben hier bij uw bedrijf zojuist ontvangen door een meneer Kees. Hij vertelt dat hij op de winkel past terwijl u met vakantie bent.’ ‘Dat klopt’, zeg je enthousiast. ‘Geeft u hem instructies?’, vervolgt de belastingman. ‘Nou ja, ik zeg bijvoorbeeld dat hij op tijd moet zijn. En dat hij een overhemd moet aandoen. En dat hij bepaalde formulieren moet gebruiken.’ ‘Aha’, zegt de controleur. ‘En hoe betaalt u hem?’ ‘Per uitvaart.’ ‘Dus als hij niets doet, krijgt hij niets?’ ‘Precies’, antwoord je. Blij met zoveel begrip van deze man. ‘Maar als hij wel iets doet, weet u dan vooraf hoeveel het u gaat kosten?’ ‘Ja, gewoon het vaste bedrag. Zoals altijd.’ ‘En als Kees ziek is, kan iemand anders dan de uitvaarten regelen tijdens uw afwezigheid?’ ‘Ja hoor’, zeg je. ‘En regelt Kees dan zelf een vervanger?’ ‘Nou…meestal bel ik dan zelf iemand anders. Iemand die ik vertrouw.’ ‘Dus u bepaalt wie het werk doet?’ ‘Eh, ja, het is mijn bedrijf.’
‘Oké, op basis van uw antwoorden’, zegt de controleur, ‘lijkt er sprake van een dienstbetrekking en schijnzelfstandigheid.’ U weet dat het handhavingsmoratorium rondom de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) met ingang van 1 januari van dit jaar is opgeheven?
Voordat het telefoongesprek is afgerond, schiet je overeind. Je wéét dat drie bladzijden lezen zonder onderbreking er niet meer in zit. Totdat je ziet dat je telefoon stil naast je flesje zonnebrand ligt.
Ergens in de verte gooit iemand enthousiast een petanque-balletje. Je glimlacht omdat je weet dat de belastingdienst handen tekort komt om uitvoering te geven aan het nieuwe beleid. Gelukkig maar. Tegelijk neem je jezelf voor om na de vakantie nog eens goed met Kees de aandachtspunten rondom de Wet DBA door te nemen. Je zucht. Het is zomer. Een zomer die vraagt om flexibiliteit, veerkracht én overdenking.
Proost op een zorgeloze zomer!
Deze column stond eerder in Vakblad Uitvaart (4/2025).