Er is maatwerk vereist bij de ondersteuning van rouwende werknemers na het overlijden van een naaste. Dat schrijft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in een brief aan de Tweede Kamer over het in april 2022 gepresenteerde onderzoeksrapport ‘Rouw en werk’. ‘Uit gesprekken met werknemers blijkt dat deze vaak meer tijd voor verwerking nodig hebben dan de dagen rond het overlijden. De periode die men daarvoor nodig heeft verschilt van persoon tot persoon en per situatie. Het verlies van een partner of kind heeft een geheel andere impact, vaak ook in praktische zin, dan het verlies van een ouder. Daarom past niet één manier van omgaan met rouw,’ schrijft de minister.
‘Afhankelijk van de situatie is men, na een verlofperiode, met name gebaat bij een geleidelijke terugkeer op het werk en inspraak daarbij. Veel werknemers zijn over het geheel genomen positief over de manier waarop de werkgever met hun situatie omgaat. Het komt echter ook voor dat het minder goed gaat en de werkgever te weinig vanuit de behoeften van de werknemer denkt of waarin de communicatie tussen de werkgever en de betrokken werknemer ‘stroef’ verloopt.’
Expertisecentrum
Voor het onderzoek geïnterviewde experts signaleren een latente behoefte aan meer kennis over rouw en rouwverwerking bij werkgevers. Het instellen van een landelijk expertisecentrum voor rouw gaat de minister echter een stap te ver: ‘Over de toegevoegde waarde van een landelijk expertisecentrum over rouw en werk geven de experts geen eenduidig oordeel.’