Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaat onderzoeken hoe forensisch artsen in Nederland beter ondersteund kunnen worden. Het onderzoek draagt de naam ‘Nader Overlijdensonderzoek Forensisch Arts’ (NOFA) en wordt uitgevoerd in samenwerking met het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC+), de afdeling forensische radiologie van het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda en forensisch artsen zelf. Dat schrijft het NFI in een nieuwsbericht: ‘NOFA is gericht op het vergroten van de mogelijkheden van de (eerstelijns) forensisch arts om aanvullend overlijdensonderzoek aan te vragen. Aanvullend onderzoek, zoals een gerechtelijke sectie, kan nu alleen worden gelast door het Openbaar Ministerie (OM) indien er een vermoeden bestaat van een misdrijf. Een vermoeden van een misdrijf kan echter besloten liggen ín een lichaam en kan pas vindbaar zijn na aanvullend onderzoek. Daarnaast zijn er andere vragen die soms resteren, zoals de doodsoorzaak. Met NOFA hopen de onderzoekers de steeds kleiner wordende beroepsgroep van forensisch artsen te ondersteunen.’
Jaarlijks onderzoeken forensisch pathologen van het NFI circa 250 overlijdens in opdracht van het OM. Eerder in 2022 bleek in meerdere regio’s van Nederland een acuut tekort te bestaan aan forensisch artsen die als lijkschouwer actief zijn. Dit zou komen door hoge werkdruk, artsen die met pensioen gaan en klein animo onder studenten geneeskunde.
NOFA richt zich op overlijdens waarbij er vragen blijven bestaan over de omstandigheden – bijvoorbeeld een val van de trap of onverwacht overlijden van jonge mensen zonder duidelijke doodsoorzaak. In totaal wordt er voor het onderzoek vier jaar uitgetrokken. Er zal echter ook over tussentijdse bevindingen gerapporteerd worden.
© UitvaartMedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.