Samenwerkingsverband Uitvaartorganisaties Nederland heeft bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gepleit voor zeven verbeterpunten bij de herziening van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) die in de eerste helft van 2024 verwacht wordt. Dat schrijven de 9 bij deze nieuwe koepel aangesloten brancheorganisaties in een gezamenlijke persmededeling: ‘Deze aanpassingen focussen zich op bescherming van de overledene, bescherming van de nabestaande en keuzevrijheid op het gebied van mogelijkheden van de lijkbezorging.’
Uitvaartorganisaties Nederland bestaat uit de organisaties VMG/BOPMZ, BRANA, BGNU, FKB, LVC, Netwerk Uitvaartvernieuwers, LBvR, Nardus en VTU. De koepel wil onder meer ‘aansluiting bij een door de overheid erkende geschilleninstantie verplicht’ maken voor uitvaartondernemers en ‘het melden van medische risico’s na overlijden verplicht’ stellen zodat uitvaartprofessionals beter op de hoogte zijn van eventuele risico’s na ‘besmettelijke ziekten of nucleaire medische behandelingen’.
Ook zouden de vereisten aan de grondwaterstand voor natuurbegraafplaatsen aangepast moeten worden en de bewaartermijn voor asresten minimaal twee weken blijven. ‘Het opzettelijk schade toebrengen aan het lichaam van een overledene’ moet volgens Uitvaartorganisaties Nederland in het nieuwe Wlb strafbaar gesteld kunnen worden. Tevens mag ‘de inzet van nieuwe vormen van lijkbezorging niet onnodig vertraagd’ worden – immers, schrijven de 9 organisaties: ‘de ontwikkeling van nieuwe veilige, waardige en duurzame methoden gaat sneller dan wetswijzigingen.’
De volledige brief aan BZK-minister Hanke Bruins Slot is hier in te zien.
© UitvaartMedia – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.