De ombudsman van het Klachteninstituut Uitvaartwezen heeft weer twee klachten behandeld en hierover uitspraak gedaan. Een klacht is gecompliceerd doordat de klager niet de opdrachtgever was. De tweede klacht bestaat uit meerdere klachten.
Klacht 2011-25 waarbij de moeder van een overleden zoon klaagt namens de broer van de overledene die de opdrachtgever van de uitvaart was. Soms echter klaagt de gemachtigde in haar rol van moeder van de overledene. Dit compliceert de beoordeling van de klacht en daardoor moeten sommige klachten ook worden afgewezen. Een gemachtigde kan alleen klachten van de opdrachtgever naar voren brengen. De uitvaartondernemer gaat zeer gedetailleerd in op alle klachten en zorgt voor verklaringen van verschillende personen. De gemachtigde gaat hier niet op in, wat ertoe leidt dat veel klachten daardoor niet voldoende aannemelijk zijn en worden afgewezen.
Klacht 2011-29 gaat over een aantal verschillende klachten die gegrond worden verklaard. Voor verminderde dienstverlening wordt een vergoeding toegekend. In dit geval was een zaal gehuurd die ook voor studiedagen en vergaderingen kon worden gehuurd. Daarbij kon dan ook een geluidsinstallatie worden gehuurd. Deze geluidsinstallatie deed het niet bij de afscheidsdienst. De uitvaartondernemer heeft er veel aan gedaan om de installatie te controleren, tot zelfs vijf minuten voor aanvang van de dienst. Er was echter geen reservemicrofoon. De uitvaartondernemer moet echter instaan voor anderen waarvan hij gebruik maakt bij het uitvoeren van zijn opdracht. De uitvaartondernemer kan dus worden aangesproken voor de mankementen aan de microfoon en geluidsinstallatie.
De samenvattingen en de volledige uitspraken zijn na te lezen op www.klachteninstituutuitvaartwezen.nl.
© Uitvaart Media – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.