Het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (Stichting NIT) is verheugd met de toetreding van Rian Willems (coöperatie DELA) tot het bestuur van de stichting. Hierdoor wordt het draagvlak stevig vergroot en kan het kennisniveau en de belangenbehartiging verder toenemen. Ook kan aan de rol van spreekbuis richting overheid door middel van uitgebreidere informatieverstrekking meer inhoud worden gegeven.
Het NIT bestuur bestaat nu, naast Rian Willems, uit prof. dr. George Maat (voorzitter), Hans Heikoop (secretaris) en Evert de Niet (penningmeester). Om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen is statutair bepaald dat er geen sprake meer kan zijn van bedrijfsvertegenwoordiging. Alle bestuursleden hebben daarom zitting op persoonlijke titel.
Sinds de oprichting in november 2006 heeft het NIT een belangrijke rol vervuld op het gebied van implementatie en kennisoverdracht ten behoeve van de toepassing van thanatopraxie in Nederland. Na de wetswijziging in 2010 zijn de eerste door het NIT geëxamineerde en gediplomeerde thanatopracteurs in ons land aan het werk gegaan. Sindsdien zijn er tientallen specialisten opgeleid die inmiddels zijn geregistreerd in het register van erkende thanatopracteurs.
De overheid volgt uiteraard alle ontwikkelingen op de voet, maar is hiervoor wel afhankelijk van de informatie die de branche verstrekt. Daar is nog veel te winnen: het blijkt tot nu toe niet eenvoudig om op gestructureerde wijze inzicht te krijgen in aantallen behandelingen, gebruikte vloeistoffen etc. In deze informatievoorziening wil het bestuur van het NIT een actieve rol vervullen. Dat kan nu nog beter dan voorheen, omdat ruim 80% van het aantal behandelingen door het NIT wordt vertegenwoordigd.
Op de nieuwe NIT website (www.nit-online.nl) zal de nodige informatie worden gedeeld en actueel worden gehouden. Ook het besloten deel waar de thanatopraxiespecialisten hun kennis kunnen delen krijgt een nieuwe impuls. Bij de laatste diploma uitreiking op 19 juni jl, waar alle voor het NIT bekende thanatopracteurs in Nederland voor waren uitgenodigd, is een start gemaakt met het uitwisselen van informatie over vloeistofgebruik. Een interessante bijdrage van professionals die een vervolg zal krijgen. Dergelijke bijeenkomsten, evenals mogelijkheden tot bijscholing, zullen vaker gaan plaatsvinden.
Door al deze ontwikkelingen krijgt het vakgebied thanatopraxie ofwel ‘lichte balseming’ een krachtige impuls. Dit is niet alleen goed voor de beroepsgroep maar uiteindelijk goed voor de nabestaanden, die recht hebben op duidelijke en betrouwbare informatie en kwalitatief goede dienstverlening.