Zeventig jaar nadat de spoorlijn in gebruik werd genomen, op 26 oktober 2013, werd door de Nederlandse ambassadeur in Bangkok, Joan Boer, en de oud-president van de Oorlogsgravenstichting, Mr Robert Croll, een nieuw oorlogsmonument onthuld op het ereveld Kanchanaburi in Thailand. Op het monument staan de namen vermeld van 73 Nederlandse krijgsgevangenen die tijdens de aanleg en het onderhoud van de beruchte Birmaspoorweg zijn omgekomen en van wie het lichaam nooit is teruggevonden. Bij de onthulling waren ruim 100 nabestaanden van oorlogsslachtoffers, veteranen en hun familieleden aanwezig. Het monument biedt de nabestaanden een plek waar zij hun dierbare kunnen herdenken en bloemen kunnen leggen ter nagedachtenis van hem.
In zijn toespraak schetste de heer Croll het begin en het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië. Na de onverhoedse Japanse aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor verklaarde Nederland Japan de oorlog. Voor Nederlands-Indië begon die oorlog met de aanval op Tarakan en Nood-Celebes. De strijd verplaatste zich door de Indische archipel en resulteerde uiteindelijk in de Slag in de Javazee op 27 februari 1942, die door Nederland en de geallieerde vloot verloren werd. Hierdoor kon de Japanse invasiemacht op Java landden. Op 8 maart 1942 capituleerde het KNIL en was Nederlands-Indië in Japanse handen. De militairen werden krijgsgevangen gemaakt en de Europese bevolking werd opgesloten in interneringskampen die velen niet zouden overleven. Duizenden slachtoffers vonden hun laatste rustplaats op een van de Nederlandse erevelden op Java.
Ondanks de Conventie van Genève waarin bepaald is dat krijgsgevangenen niet tewerkgesteld mochten worden, werden duizenden geallieerde militairen: aangeduid als prisoners-of-war, waaronder bijna 18.000 Nederlanders, door de Japanners van Java naar elders verscheept om in de Japanse oorlogsindustrie te werken. Ook werden infrastructurele bouwwerken, waaronder spoorlijnen, aangelegd. Een van die spoorlijnen was de Birmaspoorweg. De aanleg van de spoorlijn kostten vele duizenden gevangenen het leven. Zij werden begraven op erevelden in Thailand en Myanmar. Honderden lichamen van geallieerde krijgsgevangenen werden in het geheel niet meer teruggevonden of konden destijds niet geïdentificeerd worden, waaronder die van 73 Nederlanders. En dat terwijl het graf een belangrijk symbool is bij het verwerken van verlies. Door het ontbreken van een graf bleven vele familieleden -vaak tegen beter weten in- hopen op de terugkeer van hun geliefde. Op zaterdag 26 oktober 2013 kregen 73 Nederlandse krijgsgevangenen voor wie geen oorlogsgraf kon worden ingericht, hun naam terug. Daarmee wordt dit stukje Nederlandse geschiedenis vastgezet in ons collectief geheugen en blijft de herinnering aan de omgekomen oorlogsslachtoffers bewaard.
De Oorlogsgravenstichting, de naam zegt het al, gaat over graven. Wereldwijd onderhoudt de Stichting 50.000 Nederlandse oorlogsgraven, waarvan bijna 25.000 in Indonesië, 13.000 in Nederland en 12.000 in 45 andere landen verspreid over de hele wereld. Ook is de Stichting verantwoordelijk voor 12.000 geallieerde oorlogsgraven in Nederland. Voor de aanleg en het onderhouden van deze oorlogsgraven ontvangt de Oorlogsgravenstichting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een zogeheten doelfinanciering. Het oprichten en onderhouden van monumenten valt daar niet onder. Toch zou de Oorlogsgravenstichting graag voor alle oorlogsslachtoffers voor wie geen graf kon worden ingericht een monument oprichten waarop hun personalia worden aangebracht, zodat ook hun nabestaanden een plek hebben om hun geliefde te kunnen herdenken en bloemen bij hun naam te plaatsen. Hiervoor is de Stichting dus afhankelijk van andere instellingen en particulieren. Het nieuwe monument in Thailand kon gerealiseerd worden door de aanzienlijke financiële bijdrage van de Koninklijke Vereniging van Leden der Nederlandse Ridderorden en die van de Nederlandse ambassade in Thailand. Ook werden hiervoor schenkingen van nabestaanden en andere belangstellenden ontvangen. De Oorlogsgravenstichting is de gulle gevers hiervoor zeer erkentelijk.
Foto: Oorlogsgravenstichting