Op zaterdag 17 november van 13.00 tot 16.00 uur is er een Open Dag in verband met de opening van de Multi Culturele aula in het Van Dongen UitvaartCentrum, aan het Bredewater 20a (wijk 15) te Zoetermeer.
“Bijna 2 maanden geleden openden we het Van Dongen UitvaartCentrum vertelt Iwan van Dongen. Een uitvaartcentrum met 4 rouwkamers en een sleutel rouwkamer. Op het moment waren juist de voorschriften van de brandweer en de gemeente binnen om deze Multi Culturele aula te mogen openen. Het was toen te kort dag om ook deze verbouwing klaar te hebben voor de officiële opening. Om deze reden houden we zaterdag een Open Dag voor deze nieuwe faciliteit in ons uitvaartcentrum”.
Open Dag:
“Op deze dag willen we onze Multi Culturele aula laten zien. In de wijde regio is maar één uitvaartcentrum waar een vuur – of offerdienst toegestaan is. In onze contacten met de Hindoestaanse gemeenschap bleek dat er ook in Zoetermeer en nabijgelegen plaatsen grote behoefte is aan zo’n aula. In deze aula, met ruim 200 stoelen, is het toegestaan en mogelijk om vuur- en offerdiensten te laten plaatsvinden. Daarnaast is onze bewassingsruimte dan ook gereed. Maar ook het verdere uitvaartcentrum kunt u bezichtigen, zoals de rouwkamers, de sleutel rouwkamer en de algemene aula”.
Hindoestaanse gebruiken:
Nagenoeg alle Hindoestanen kiezen voor een crematie. Dit doen ze omdat ze geloven dat dit de snelste manier is om terug te keren naar Brahm, de Oerbron. De dood wordt meestal als positief ervaren omdat het lichaam slechts was bedoeld voor tijdelijk en het zijn taak heeft volbracht. Hindoes geloven in reïncarnatie wat wil zeggen dat hun ziel na het sterven in een ander lichamelijk omhulsel terechtkomt. Het contact met het dode lichaam speelt daarom geen centrale rol bij de rouwverwerking. Meestal wordt een dode meteen naar een uitvaartcentrum overgebracht, waar de overledene wordt afgelegd en gewassen in aanwezigheid van naaste familieleden.
Ondertussen bidt de priester met de nabestaanden en alle aanwezige vrienden en bekenden in de ontvangstzaal van het uitvaartcentrum. Daarbij wordt een aardewerken schoteltje met ongezouten oftewel ‘klare’ boter, een zogeheten ‘dia’, aangestoken. Ook wordt in een koperen bokaal water geschonken ten behoeve van de zielerust van de overledene.
Op de dag van de crematie scheert een zoon of -als een zoon ontbreekt- een andere man uit de familielijn van de man, zijn hoofdhaar af, omdat hij bij de uitvaartplechtigheden als offeraar gaat optreden. Andere mannen in de familie scheren zich dan voor het eerst na het overlijden weer.
In het uitvaartcentrum wordt een plechtigheid (zgn vuur- en offerdienst) gehouden waarbij de priester vijf eivormige balletjes, ‘pindhs’, maakt van rijstmeel, honing, melk, klare boter, suiker en sesamzaad. Eten symboliseert voor hindoes het leven en is een manifestatie van het goddelijke; zonder eten kon de overledene niet hebben bestaan. Het pindh-ritueel vormt een eerbetoon aan Brahm. Het aantal vijf staat voor de vijf elementen en de eivorm symboliseert de twee-eenheid van lichaam en ziel. De balletjes worden in doeken gelegd en geofferd door ze in de kist te leggen; een bij iedere hand, een bij het hoofd, een bij de buik en een bij de voeten.
De nabestaanden leggen ook nog bloemen, geurige stoffen en rijstkorrels in de kist en bidden en zingen daarbij. Vervolgens wordt de kist gesloten, met een doek bedekt en naar het crematorium gebracht. Bij het crematorium dragen de mannen uit de familie met de zoon of de zonen voorop, de kist naar binnen. Volgens gebruik wordt onderweg vijf maal gestopt om de baar even neer te zetten.