Onlangs verscheen de beleidsbrief natuurbegraafplaatsen Gelderland, met hierin een aangepast voorstel van de provincie voor het toekomstige natuurbegraafplaatsbeleid. Aanleiding voor de brief is de forse kritiek op het beleidsvoorstel van vorig jaar. Aan deze kritiek komt de provincie nu voor een deel tegemoet. Zo mogen er nu urnen worden begraven op natuurbegraafplaatsen en gaat de grafdichtheid omhoog van 50 naar 150 graven per hectare. Toch is er nog veel aan te merken op het voorgestelde beleid en dreigt het opnieuw een miskleun te worden.
Een eenvoudige ontvangstvoorziening voor nabestaanden is bijvoorbeeld nog steeds niet toegestaan – ook niet als deze na verloop van tijd wordt afgebroken. Ook mogen er nog steeds geen half verharde paden en natuurlijke parkeervoorzieningen worden aangelegd – ook niet als deze voorzieningen tijdelijk zijn. Hierdoor kan natuurbegraven in Gelderland niet uitgroeien tot een volwaardige voorziening die passend inspeelt op de vraag van een groeiende groep consumenten. Dit is jammer, omdat de hoge zandgronden van Gelderland zich bij uitstek lenen voor natuurbegraven.
Het grootste struikelblok in het nieuwe voorstel is de ‘natuurwinstregeling.’ Deze nieuwe regeling bepaalt dat voor elke hectare natuurbegraafplaats een of meer hectares natuur moeten worden aangelegd of verbeterd. Voor de particuliere ondernemer betekent dit dat er (vele) hectares grond moeten worden bijgekocht. Per saldo loopt het verdienmodel dan terug tot 25 graven per hectare en kan natuurbegraven financieel niet meer uit. Hierdoor gaat een gouden kans verloren om landgoederen en ander waardevol particulier bezit te voorzien van een eigentijds verdienmodel en voor de toekomst te behouden.
Alleen gesubsidieerde instanties kunnen uit de voeten met de ‘natuurwinstregeling,’ omdat zij over voldoende grond beschikken en dus niet hoeven bij te kopen. De ‘natuurwinstregeling’ schept hierdoor rechtsongelijkheid en werkt oneerlijke concurrentie in de hand. Hierdoor bestaat grote kans dat de regeling door Brussel wordt ongedaan gemaakt. Dit zou opnieuw een miskleun zijn voor de provincie.
Het is daarom te hopen dat het beleidsvoorstel opnieuw wordt aangepast wanneer het in juli wordt besproken in de staten. Wanneer dit niet gebeurt bestaat nog de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen tegen het definitieve beleid. Zo’n zienswijze maakt zeker kans. Want er is geen rechtsgrond voor de eis dat er ook natuurwinst moet worden gemaakt. Ook in dit opzicht gaat de provincie buiten haar boekje.