
Demissionair minister Rijkaart – Foto Valerie Kuypers
Humaan composteren – ook wel veraarden – wordt niet opgenomen in het wetsvoorstel ter modernisering van de Wet op de lijkbezorging. Alkalische hydrolyse (resomeren) maakt er daarentegen wel onderdeel van uit, zo heeft demissionair minister Rijkaart van Binnenlandse Zaken in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.
De BBB-bewindsman neemt hiermee de adviezen over, die de Gezondheidsraad recentelijk over beide onderwerpen heeft uitgebracht. Rijkaart geeft in zijn brief ook aan dat het betreffende wetsvoorstel niet dit jaar, maar na advisering door de Raad van State pas in het eerste kwartaal van 2026 naar de Kamer zal gaan.
Geen eenduidige procesbeschrijving
De minister schrijft dat de Gezondheidsraad concludeert dat humaan composteren op dit moment niet aan alle voorwaarden van het beoordelingskader voor nieuwe vormen van lijkbezorging voldoet. “Er is nog altijd beperkt wetenschappelijke literatuur beschikbaar en er is geen eenduidige procesbeschrijving. Er is veel onduidelijkheid over de veiligheid van deze methode. De techniek kent bijvoorbeeld een reëel risico op verspreiding van tuberculose door overledenen met latente tuberculose. Hoewel humaan composteren duurzaam lijkt, zijn er onvoldoende gegevens om de duurzaamheid volledig te beoordelen. Gelet op dit advies wordt humaan composteren nu niet betrokken bij de verdere voorbereiding van het wetsvoorstel ter modernisering van de Wet op de lijkbezorging.”
Positiever over resomeren
Wat resomeren betreft is de minister positiever. “Hoewel de zorgen over de milieu-impact begrijpelijk zijn, voldoet de techniek volgens de Gezondheidsraad in principe aan de eisen van het beoordelingskader. Gelet op dit advies blijft alkalische hydrolyse onderdeel uitmaken van het wetsvoorstel.”
Aanbevelingen overgenomen
Rijkaart neemt ook enkele aanbevelingen over, die de raad aan de betrokken ministeries heeft gedaan. “Ten eerste wordt geadviseerd onderzoek naar nieuwe bestemmingen ook in Nederland mogelijk te maken. Ik ben voornemens in het wetsvoorstel hiervoor een regeling te treffen. Daarnaast is het advies om wetgeving rondom menselijke reststoffen te ontwikkelen. Ten aanzien van alkalische hydrolyse wordt de resterende stof in het wetsvoorstel op gelijke wijze geregeld als de as na crematie. Verder wordt het effluent geregeld in het Besluit activiteiten leefomgeving. Het derde advies is om nieuwe vormen van lijkbezorging te blijven toetsen. Ook dat advies neem ik ter harte. Wanneer de benodigde informatie over humaan composteren beschikbaar is, vraag ik opnieuw advies over de toelaatbaarheid van deze techniek. Ten slotte is het advies om voor alkalische hydrolyse een handreiking te ontwikkelen ten behoeve van de vergunningverlening door omgevingsdiensten. Het ministerie van Infrastructuur en Water bekijkt of een handreiking in de praktijk noodzakelijk is.”
Stichting Veraarden: ‘Mooi nieuws’
Jenneke Haaksma, directeur van Stichting Veraarden, is niet verrast dat deze nieuwe uitvaartvorm van het aanstaande wetsvoorstel wordt uitgesloten. “De minister volgt de lijn van de Gezondheidsraad.” Ze is wel blij dat de bewindsman van plan is om in het wetsvoorstel een regeling te treffen om onderzoek naar nieuwe bestemmingen ook in Nederland mogelijk te maken. “Dat is echt mooi nieuws.”
Reactie Uitvaartorganisaties Nederland
Ook Harriët Tomassen, namens Uitvaartorganisaties Nederland, staat positief tegenover de reactie van de minister. “We hopen wel dat de voorgestelde handreiking over resomeren eenduidig is. Ja, dat er sprake is van een landelijke regeling en dat iedereen bijvoorbeeld weet hoe om te gaan met het effluent. Want omgevingsdiensten en waterschappen zijn in ons land autonoom en laten we dan iets creëren waar zij zich aan vast kunnen houden, om te voorkomen dat iedereen opnieuw het wiel gaat uitvinden.”
Ze betreurt het wel dat het ministerie er niet in slaagt om nog dit jaar het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te loodsen, maar pas in het eerste kwartaal van 2026. “Dat hoeft echter niet te betekenen dat de invoering vertraging oploopt. Wij hopen dat de nieuwe wet per 1 januari 2027 in werking kan treden.”

