Nu de wijzigingen in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) per 1 januari van kracht zijn, is het de beurt aan gemeenten om hun verordeningen aan de nieuwe regels aan te passen. Zo moeten een aantal termen, de termijn van de lijkbezorging en de aansprakelijkheid van grafbedekking worden veranderd. Daarnaast bieden de wetswijzigingen gemeenten de mogelijkheid hun beleid te wijzigen.
In plaats van eigen graven zoals in de oude wet wordt vanaf 1 januari dit jaar gesproken van particuliere graven. “Deze term werd al vaak gebruikt, maar nog niet in de wet. Nu wel, dus is het zaak dat de gemeenten de nieuwe term ook in hun verordening hanteren”, vertelt Cor Smulders van Genius Loci. Ook spreekt de nieuwe wet niet langer van verbranden, maar van cremeren.
Termijn lijkbezorging
De wettelijke termijn van begraven wordt verruimd van vijf dagen naar zes werkdagen na overlijden. Smulders: “De wetgever beoogt hiermee administratieve lasten voor de verlenging van de termijn van begraven of cremeren te voorkomen.”
Keuzevrijheid
Een aantal gewijzigde bepalingen in de Wlb biedt gemeenten de keuze om hun beleid aan te passen. Zo kunnen particuliere graven voortaan worden uitgegeven voor een termijn van ten minste tien jaar, in plaats van de verplichte termijn van twintig jaar in de vorige versie van de Wlb.
Beter te overzien
Nabestaanden die eerst om financiële redenen voor een algemeen graf zouden kiezen, kunnen nu wellicht toch kiezen voor een particulier graf dat wordt uitgegeven voor tien jaar. “Nabestaanden kunnen met die kortere termijn van tien jaar gemakkelijker kiezen voor een particulier graf”, licht Smulders toe. “Een financiële verplichting over die termijn is immers veel beter te overzien dan over een periode twintig jaar.”
Verlenging
Ook de duur van de verlenging van grafrechten is ruimer in de gewijzigde Wlb. In plaats van de verplichte verlengingstermijn van tien jaar, heeft de gemeente nu de keuze tussen de vijf en twintig jaar. “Kies je voor een verlengingstermijn van vijf jaar, dan zijn mensen eerder geneigd om een grafrecht te verlengen dan bij een termijn van tien jaar. In het oude regime was bij tien jaar ook sprake van een financiële drempel”, stelt Smulders. “Bovendien neem je dan als gemeente iedere vijf jaar contact op met de rechthebbenden, die dan steeds bewust de afweging maken over wel of niet een verlenging. Zo komt er meer dynamiek in de grafrechten en komt er eerder een graf vrij.”
Het is aan de begraafplaatseigenaar zelf in hoeverre hij gebruik maakt van de extra beleidsruimte die de gewijzigde Wlb mogelijk maakt. “Het mag, maar het hoeft niet”, aldus Smulders.
© Uitvaart Media – Overname van artikelen of gedeelten van artikelen is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.